Zonebesturing: In het scherm voor zonebesturing wordt de omgevingstemperatuur niet
weergegeven. De gebruiker kan de temperatuur instellen tussen 17 ºC en 30 ºC en een
ventilatorsnelheid selecteren (low, medium, high en auto). Vergrendelen: De gebruiker kan
de modi, koeltemperatuur, verwarmtemperatuur, ventilatorsnelheid en afstandsbediening
vergrendelen.
5. Enkelvoudige bedieningsfunctie van airconditioners
5-1 Airconditioningbediening
Dit geeft de omgevingstemperatuur weer.
Dit geeft de snelheid van de ventilator weer: "LOW" (laag), "MED" (gemiddeld), "HIGH"
(hoog) en "AUTO" (automatisch).
Swing (zwaai)
Selecteer een modus: "AUTO" (automatisch), "COOL" (koelen), "HEAT" (verwarmen),
"FAN" (ventilator) en "DRY" (drogen).
25