2. Neem de dataconverter eruit en schakel hem in om te zien of het apparaat normaal
werkt (het POWER-lampje licht op)
POWER indicator lights up
Fig.3.3
3. Voorzorgsmaatregelen bij de installatie van de dataconverter
a. Installeer hem niet op een plaats waar gemakkelijk brandbaar gas lekt. Als er brandbaar
gas lekt en dit rond het apparaat blijft hangen, kan er brand ontstaan.
b. Houd het apparaat zo ver mogelijk uit de buurt van een verwarmingselement.
c. Installeer het niet op een plaats waar het te droog of vochtig is.
4. Ledlampjes
POWER: Dit is het stroomlampje dat aangeeft dat de stroomvoorziening van het systeem
normaal is en dat het werkt.
IP: Dit is het netwerkcommunicatielampje. Wanneer het knippert, geeft het aan dat de
dataconverter toegang heeft tot het ethernet. Wanneer het uit is, geeft het aan dat de
dataconverter geen toegang heeft tot het ethernet. In dit geval moet de netwerkverbinding en
configuratie worden nagekeken.
485: Dit is het lampje van de aircondtioningscommunicatie. Als dit lampje knippert, betekent
dit dat de communicatie tussen de airconditioning en de dataconverter normaal is. Als dit
lampje uit staat, betekent dit dat de kabelverbinding naar poort 485 verkeerd is of dat het niet
is aangesloten op een airconditioner.
De dataconverter wordt opnieuw opgestart bij detectie van een abnormale communicatie. (Als
poort 485 niet binnen 60 seconden communiceert of de netwerkpoort niet binnen 3 minuten
communiceert, wordt de dataconverter gereset.) In dit geval branden de POWER-, IP- en
485-lampjes tegelijk.
8