Waarschuwingen
•
Het Eversense CGM-systeem is niet getest met andere inbrengplaatsen dan de bovenarm.
•
Als u op enig moment symptomen van lage of hoge bloedglucose hebt OF als u symptomen hebt die niet
overeenkomen met de sensorglucosemetingen, dient u uw glucose te testen met een bloedglucosemeter.
•
Bevestig uw glucosespiegel altijd met een bloedglucosemeter voordat u een beslissing over de behandeling neemt.
•
Als uw Smart-zender beschadigd of gebroken is, mag u deze NIET GEBRUIKEN aangezien dit kan leiden tot
elektrische veiligheidsrisico's of storing of een elektrische schok kan veroorzaken.
•
Nauw contact met elektromagnetische interferentie (EMI) kan ervoor zorgen dat de Smart-zender geen gegevens
naar uw mobiele telefoon kan sturen. Vergroot de afstand tussen de EMI en controleer of uw mobiele apparaat is
aangesloten op uw Smart-zender.
•
Tetracyclinen kunnen foutief de onderste sensorglucosewaarden verlagen. Test uw glucose altijd met uw
bloedglucosemeter als u tetracyclines neemt.
•
Dek de inbrenglocatie altijd af met een steriel verband voordat u de plakstrook van de Smart-zender op de sensor
aanbrengt. Blijf dit doen tot de inbrenglocatie is genezen. Als u dit niet doet, kan de inbrenglocatie gaan ontsteken.
•
Controleer deze Gebruikershandleiding met uw zorgverlener. Zoek uw lokale distributeur op de achterzijde voor
aanvullende vragen of hulp bij het gebruik van Eversense XL-producten.
•
Kalibreer het systeem altijd alleen aan de hand van een bloedmonster met een vingerprik. Gebruik GEEN
bloedglucosemeting van een alternatieve locatie (zoals een onderarm of handpalm) om het systeem te kalibreren.
•
Breng uw infuusset NIET in binnen 10,16 cm (4 inch) van de sensorlocatie. Als de locatie voor insulinetoediening
zich binnen 10,16 cm (4 inch) van de sensorlocatie bevindt, kan interferentie met de sensorglucosemetingen
optreden, wat onnauwkeurige glucosemetingen kan veroorzaken.
•
Volg altijd de zorginstructies van uw arts of zorgverstrekker na het inbrengen of verwijderen van de sensor.
Neem in de volgende gevallen contact op met uw arts of zorgverstrekker:
– U ervaart meer dan 5 dagen na het inbrengen of verwijderen van de sensor pijn, roodheid of een zwelling bij
de incisielocatie.