11.
Het scherm MEETEENHEID wordt
weergegeven. Hier kunt u de standaard
meeteenheid instellen voor de berekening en
weergave van de glucosemetingen in uw regio.
Pas de meeteenheid NIET aan zonder overleg
met uw arts of zorgverstrekker.
Druk op Voltooien om de meeteenheid op te
slaan en door te gaan.
12.
Vervolgens wordt het hoofdscherm
MIJN GLUCOSE weergegeven. Op dit
scherm worden nog geen glucosegegevens
weergegeven totdat uw sensor is ingebracht
en u het systeem hebt gekalibreerd.
Als geheugensteuntje trilt de Smart-zender
met tussenpozen totdat de Smart-zender is
gekoppeld aan de ingebrachte sensor. Als u de
Smart-zender wilt uitschakelen totdat deze is
gekoppeld aan de sensor, houdt u de aan/uit-
knop 5 seconden ingedrukt.