Verbinding maken met Wi-Fi: Open
en schakel Wi-Fi in. Selecteer het netwerk waarmee u verbinding wilt maken. Afhankelijk van de
netwerkinstellingen, moet u mogelijk een wachtwoord invoeren of de instructies op het beeldscherm
volgen om de verificatie (indien vereist) te voltooien. U kunt Wi-Fi-hotspots toevoegen met een
automatische Scannen- of handmatige Netwerk toevoegen...-methode.
Een Wi-Fi-hotspot vernieuwen: Tik Scannen aan om opnieuw te zoeken naar beschikbare Wi-Fi-
l
netwerken.
Handmatig een Wi-Fi-hotspot toevoegen: Scrol naar de onderkant van het menu, tik Netwerk
l
toevoegen... aan en volg de instructies op het beeldscherm om de SSID en het wachtwoord van de
Wi-Fi-hotspot in te voeren.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk maken via WPS: Ga in het scherm Wi-Fi naar
Geavanceerde Wi-Fi-instellingen > WPS-verbinding. Druk op de WPS-knop op uw router om een
verbinding tot stand te brengen. Als u via WPS verbinding maakt met een router met WPS-
functionaliteit, kunt u snel verbinding maken met Wi-Fi-netwerken zonder de wachtwoorden opnieuw
in te voeren.
Gegevens overdragen via Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct stelt u in staat om heel snel gegevens over te dragen tussen Huawei-apparaten. Wi-Fi
Direct is sneller dan Bluetooth. De apparaten hoeven niet met elkaar te worden gekoppeld. De functie
is ideaal voor het overdragen van grote bestanden over korte afstanden.
Instellingen, ga naar Draadloos en netwerken > Wi-Fi
Wi-Fi en netwerk
>
93