Gekwalificeerd personeel
De bediening van de beschermingsapparaten en het schakelmaterieel voor verdeling mag
uitsluitend door een professionele elektricien worden uitgevoerd. Vanwege hun opleiding,
ervaring en instructie hebben deze personen kennis van:
• toepasselijke normen en bepalingen
• ongevallenpreventievoorschriften
Zij hebben het recht de vereiste werkzaamheden uit te voeren en daarbij mogelijke gevaren
te herkennen en te voorkomen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Voorkom ongevallen en gevaarlijke situaties. Gebruik overeenkomstig de te verrichten
werkzaamheden uw persoonlijke beschermingsmiddelen, bijv. veiligheidsbril, handschoenen,
veiligheidsschoenen.
Veiligheidsvoorzieningen
Om gevaarlijke toestanden uit te sluiten, is het veranderen, verwijderen, overbruggen of
buiten werking stellen van veiligheidsvoorzieningen ten strengste verboden.
Veronachtzaming kan tot gevaarlijke situaties leiden die ernstige verwondingen of de dood
tot gevolg kunnen hebben.
Ontploffings- en brandgevaar
Bewaar en gebruik in de buurt van het laadstation geen licht ontvlambare vloeistoffen die
ontvlambare dampen produceren, bijv. benzine of ethanol. Een elektrostatische lading of de
bij het laden ontstane warmte kan licht ontvlambare vloeistoffen op een explosieve manier
ontsteken.
Veronachtzaming kan tot gevaarlijke situaties leiden die zeer ernstige verwondingen of de
dood tot gevolg kunnen hebben.
Hoogwater
Koppel het laadstation los van het stroomnet en stel de Wallbox buiten werking indien de
laadunit gedeeltelijk of geheel onder water staat, bijv. door waterstuwing, hoogwater of
sterke regenval, waardoor er vocht binnen zou kunnen dringen.
Uitsluitend gekwalificeerd personeel mag de zuil drogen en controleren of deze geschikt is
voor een veilige werking. Vocht of water binnenin de zuil kan leiden tot een elektrische
schok.
Zorg ervoor dat het regenwater dat in de paal terechtkomt via de opening in de fundering
wordt afgevoerd.
VersiCharge-montage op paal
Montagehandboek, 03/2023, A5E51685638-AD
Veiligheidsinstructies
2.1 Algemene veiligheidsinstructies
11