2.1.2.4 Vrije hoogte van de opstellingsruimte
De vrije hoogte van de opstellingsruimte moet minimaal 2.200 mm bedragen.
Afhankelijk van de distributiemaatschappij kan echter een grotere minimum vrije hoogte
worden vereist. Een ideale –en door alle distributiemaatschappijen geaccepteerde- vrije
hoogte is 2.500 mm.
Bij droge transformatoren met een vermogen van ≥ 1.250 KVA moet de vrije
hoogte minimaal 2.500 mm bedragen.
2.1.2.5 Afmetingen van de toegangsdeuren van de opstellingsruimte
De gegeven hoogte- en breedtematen gelden voor alle deuren die toegang bieden tot de
opstellingsruimte. Deze minimum deurmaten gelden dus ook indien de opstellingsruimte
niet rechtstreeks van buitenaf toegankelijk is.
omschrijving
hoogte van de toegangsdeur
breedte van de toegangsdeur
Indien het middenspanningsbord geen transformatorcel(len) bevat, volstaat een
minimale deurhoogte van 2.000 mm. Indien wel een transformatorcel is
opgenomen, moet altijd rekening worden gehouden met de afmetingen van de
transformator. Voor de juiste afmetingen van de verschillende cellen, zie
"Afmetingen en gewichten".
Indien het middenspanningsbord in kelders of souterrains moet worden opgesteld,
moet een toegangsluik worden voorzien waarvan zowel de lengte als de breedte
minimaal 400 mm groter is dan de afmetingen van de grootste cel of de trans-
formator.
2.1.2.6 Vrije doorgang vóór de cellen
De vrije doorgang vóór de cellen is afhankelijk van de samenstelling van het
middenspanningsbord.
Indien het middenspanningsbord geen transformatorcel(len) bevat, bedraagt de
minimale vrije doorgang 800 mm. Bij middenspanningsborden met een
transformatorcel met een vermogen van ≥ 1.000 KVA moet de vrije doorgang
minimaal 2.000 mm bedragen.
DW607113
min. 100 mm + breedte van de breedste cel
Tabel 3: Afmetingen toegangsdeuren
waarde
min. 2.200 mm
2-3