Figuur 4.3.1
Monteren expansievat
Figuur 4.3.2
Kortsluitleiding voor toestel zonder
warmwatervoorziening
Installatie-instructie Nefit EcomLine HR 11 Toestel
4.
AANSLUITEN
4.3
Aansluiten verwarming
De aansluitingen voor aanvoer- en retourleiding van het cv-circuit bevinden
zich aan de onderzijde van het toestel. Voor het aansluiten op de cv-installatie
dient er gebruik gemaakt te worden van de bijgeleverde aansluitnippels. Het is
aan te bevelen het toestel aan het leidingnet te koppelen met service-afsluiters.
Sluit de leidingen spanningsvrij aan.
Het toestel is standaard voorzien van een overstortventiel en bypassklep.
Deze appendages hoeft u dus niet meer in de cv-installatie op te nemen.
De vul- en aftapkraan is reeds voorgemonteerd in het toestel en hoeft dus niet
meer in de installatie te worden opgenomen. De Nefit EcomLine HR 11 is uit-
gevoerd met een automatische ontluchter. Deze is opgenomen in de linkerzij-
wand van de warmtewisselaar.
De Nefit EcomLine HR 11 heeft de mogelijkheid een expansievat (7,5 liter/075
211308
bar) in het toestel te monteren. Monteer het expansievat volgens figuur 4.3.1
Het expansievat is te bestellen met het volgende bestelnummer EV 20357.
Let op: Nefit EcomLine HR 11 zonder warmwatervoorziening
Indien een Nefit EcomLine HR 11 opgesteld wordt zonder warmwatervoor-
ziening dienen de aansluitingen voor de boiler op het toestel (hoofdstuk 10
aansluitingen 3 en 4) doorverbonden te worden met de bijgeleverde kort-
sluitleiding volgens figuur 4.3.2.
Vloerverwarming
Indien er kunststof vloerverwarmingsleidingen worden toegepast dienen
deze te voldoen aan de DIN 4726/4729 norm. Deze norm geeft aan dat
de leidingen geen hogere zuurstofdoorlatendheid dan 0,1 g/m
mogen hebben.
Indien hier niet aan kan worden voldaan dient het vloerverwarmingscircuit
gescheiden te worden van het ketelcircuit door middel van bijvoorbeeld een
platenwisselaar of buffervat met scheiding.
Nefit Buderus B.V. geeft geen garantie indien storingen optreden die het
gevolg zijn van directe aansluiting van het toestel op een vloerverwarmings-
systeem met niet diffusie dichte buizen.
Installatie met open expansievat
Het is niet toegestaan een toestel rechtstreeks aan te sluiten op een cv-
installatie met open expansievat. Hiertoe dient u de cv-installatie aan te
passen volgens de volgende twee mogelijkheden:
294005
1. De cv-installatie ombouwen naar een cv-installatie met een gesloten
expansievat.
2. De cv-installatie met open expansievat te scheiden van het ketelcircuit
door middel van bijvoorbeeld een platenwisselaar.
Waterkwaliteit cv-installatie
De pH-waarde van het cv-water dient tussen de 7 en 8,5 te liggen. Indien
deze waarde afwijkt dient u de cv-installatie grondig te spoelen/reinigen met
onbehandeld leidingwater.
Verder is het niet toegestaan waterbehandeling op het cv-water toe te pas-
sen, zoals pH-verhogende/verlagende middelen of waterontharding. Het toe-
voegen van antivorstmiddelen, inhibitoren en/of chemische toevoegmiddelen
aan het cv-water is eveneens niet toegestaan.
Vorstbeveiliging
Wanneer de aanvoersensor een temperatuur lager dan 7 °C meet dan wordt
het toestel automatisch opgestookt naar 17 °C. Het cv-toestel is hiermee
beveiligd tegen vorst. Dit garandeert niet dat de cv-installatie beveiligd wordt
tegen vorst.
3
bij 40 °C
4-3