[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker
Op [
] drukken om het [OPNAME]
MENU
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen.
Het object verlichten maakt het makkelijker
scherp te stellen wanneer u bij weinig licht
aan het opnemen bent en scherp wilt stellen,
wat moeilijk is bij weinig licht.
• Als de AF-lamp ingesteld is
op [ON], wordt er een
AF-zone afgebeeld met een
grootte die breder is dan
normaal en gaat de
AF-lamp A aan wanneer u de ontspanknop
tot de helft indrukt op donkere plekken enz.
De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt
het pictogram van de AF-lamp
[ON]
[
] op het scherm. Het
effectieve bereik van de AF-lamp
is 1,5 m.
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
Gevorderd (Opname van opnamen)
(P75)
• Voorzichtig zijn met de volgende
handelingen wanneer u de AF-lamp
gebruikt.
– Niet direct en dichtbij in de AF-lamp kijken.
– De AF-lamp niet met uw vingers of andere
voorwerpen bedekken.
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te
gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt
van dieren op een donkere plek), de [AF
ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit geval zal
het moeilijker worden scherp te stellen.
• De instelling voor [AF ASS. LAMP] wordt op
[ON] gezet in de intelligente automatische
functie [
].
• De instelling voor de [AF ASS. LAMP] staat
vast op [OFF] in [ZELFPORTRET],
[LANDSCHAP], [NACHTL. SCHAP],
[ZONSONDERG.], [VUURWERK] en
[LUCHTFOTO] in de scènefunctie.
• De startinstelling voor [HUISDIER] in de
scènefunctie is [OFF].
- 87 -
(P56)