De Instelknop
Als u het toestel aan zet en dan aan de
instelknop draait, kunt u niet alleen
overschakelen van opnamen naar
afspelen maar kunt u ook overschakelen
naar de macrofunctie voor close-ups of
naar een opnamefunctie die beter past bij
de opname die u wenst te maken.
∫ Schakelen tussen functies door aan de
instelknop te draaien
Zet het deel A op de gewenste functie.
Draai langzaam aan de instelknop om een
functie in te stellen. (Zet de knop niet naast
een lege ruimte zonder functie.)
• De pagina hierboven B verschijnt op de
LCD-monitor als u aan de instelknop draait.
(P26)
De functie die u hebt gekozen verschijnt op
de LCD-monitor als u de camera aan zet.
Voorbereiding
∫ Basiskennis
Normale opnamefunctie
Deze functie voor gewoon opnemen
gebruiken.
Intelligente automatische
functie
Gebruik deze functie om het toestel
automatisch alle instellingen te doen
hanteren voor het maken van opnamen.
Terugspeelfunctie
Met deze functie speelt u opnamen af.
∫ Gevorderd
Macrofunctie
Met deze functie maakt u close-upbeelden
van een onderwerp.
Scènefunctie
Hiermee maakt u beelden die passen bij
de scène die u opneemt.
Bewegende beeldfunctie
Met deze functie maakt u opnamen van
bewegende beelden.
Klembordfunctie
Gebruik deze functie om opnamen te
maken en terug te spelen als
klembordopnamen.
Printfunctie
Gebruik deze functie om beelden af te
drukken.
- 19 -
(P29)
(P32)
(P39)
(P55)
(P56)
(P69)
(P89)
(P129)