1
• Wanneer de zijregelaar op H, M of L ingesteld is, heeft
deze dezelfde werking als de zoomregelaar.
• Als u de zijregelaar op H instelt, kunt u met deze rege-
laar sneller zoomen dan met de zoomregelaar. Als u de
zijregelaar op L instelt, kunt u met deze regelaar trager
zoomen dan met de zoomregelaar.
• Wanneer de zoomregelaar en schakelaar aan de zijkant
gelijktijdig worden gebruikt, dan wordt de zoomrege-
laar geactiveerd.
2 Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (P 37) om scherp te
stellen op onderwerpen die zich niet in het scherpstel-
frame bevinden.
Auto terug zoom
In het menu Instellingen (P 104) kunt u de instelling
van de schakelaar aan de zijkant instellen. Selecteer
W ZIJKANT ZOOMHENDEL en dan AUTO TERUG
om de auto terug zoom in te schakelen. Met auto terug
zoom kan de camera snel in en uitzoomen. Dit maakt
het eenvoudig om het uit het oog verloren onderwerp
terug te vinden tijdens het inzoomen.
18
Foto's maken in de modus M (Scèneherkenning)
De camera vasthouden
Houd de camera goed en met
beide handen vast en laat uw
ellebogen rusten in uw zij. Een
onvaste hand kan bewegings-
onscherpte veroorzaken.
Houd uw vingers en andere
voorwerpen uit de buurt van de
lens en de fl itser om te voorko-
men dat de foto's onscherp of te
donker (onderbelicht) worden.
Onscherpe foto's vermijden
Als het onderwerp slecht belicht is, kan onscherpte, ver-
oorzaakt door camerabewegingen, worden verminderd
door middel van de optie L 2X STABILISATIE in het
instellingenmenu (P 106). In de B-stand kunt u ook on-
scherpte veroorzaakt door beweging van het onderwerp
verminderen (2x stabilisatie).
De gevoeligheid wordt verhoogd wanneer 2x stabilisa-
tie is ingeschakeld. Let wel, bewegingsonscherpte is niet
altijd te voorkomen. Wij raden u aan 2x stabilisatie uit te
schakelen bij het gebruik van een statief.