Bij letsel aan personen of schade aan goederen die veroorzaakt wordt door
het zich niet houden aan de veiligheidsbepalingen zijn wij niet aansprakelijk;
in dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
•
Dit apparaat is vervaardigd en getest volgens DIN 57 411 deel 1/VDE
0411 deel 1, veiligheidsmaatregelen voor elektronische meetapparatuur,
resp. IEC 1010-1 en heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte
toestand verlaten. Om dit zo te houden en zeker te zijn van gebruik
zonder gevaar, dient de gebruiker zich te houden aan de veiligheids-
bepalingen en waarschuwingen ("Let op!" en "Aanwijzingen!") die in
deze gebruiksaanwijzing vermeld zijn. Onderstaande symbolen moeten
in acht worden genomen:
= Let op! Aanrakingsgevaarlijke spanningen! Levensgevaar!
= Lees de gebruiksaanwijzing
CAT II = Overspanningcategorie II (twee)
= Veiligheidsklasse II
•
Stroommetingen zijn alleen toegestaan in stroomcircuits, die zelf met
20 A afgezekerd zijn en waarin geen spanningen aanwezig zijn groter
dan 600 VDC/VACrms. De meter mag niet gebruikt worden in
installaties uit overspanningcategorie III volgens IEC 664.
•
Meetapparatuur hoort niet thuis in kinderhanden!
•
In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBO-
voorschriften.
•
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelf-werkplaatsen
dient het omgaan met meetapparatuur te geschieden onder toezicht
van geschoold personeel.
•
U dient er voor te zorgen, dat er alleen zekeringen van het aangegeven
type en van de aangegeven nominale stroomsterkte ter vervanging
6
gebruikt worden. Het gebruik van gerepareerde zekeringen of het over-
bruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan. Voor het vervangen
van de zekering koppelt u de meter los van het meetcircuit en schakelt
u hem uit. Verwijder alle aangesloten snoeren en testpunten. Neem een
passende kruiskopschroevendraaier en open voorzichtig de behuizing.
Verwijder de defecte zekering(en) en vervang deze door een zekering
van hetzelfde type en nominale stroomsterkte.
Voor het µA- / mA-bereik: 0,5 A superflink, 600 V, High Energy resp.
voor het A-bereik 20 A superflink, 600 V, High Energy.
Sluit, nadat u de zekering(en) vervangen heeft, de behuizing zorgvuldig
en schroef deze weer dicht in omgekeerde volgorde. Neem de meter
pas in gebruik, als de behuizing veilig gesloten en dichtgeschroefd is.
•
Wees bijzonder voorzichtig bij het omgaan met spanningen >30 V
wissel- (AC) resp. >60 V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze spanningen
kunt u bij aanraking van elektrische leidingen een levensgevaarlijke
schok krijgen.
Schakel daarom eerst de spanningsbron stroomloos, verbindt de
meter met de aansluitingen van de te meten spanningsbron, stel op de
meter het benodigde spanningsmeetbereik in en schakel pas daarna
de spanningsbron weer in. Na beëindiging van de meting schakelt u
eerst de spanningsbron stroomloos en daarna verwijdert u de
meetsnoeren aan de spanningsbron.
•
Controleer voor iedere spanningsmeting of de meter zich niet in het
stroommeetbereik bevindt. Beslist dan, als een akoestische
waarschuwing voor een verkeerde verbinding te horen is.
•
Voor elke wisseling van het meetbereik dient u de meetpunten van het
te meten object te verwijderen.
•
Controleer voor iedere meting uw meter resp. de meetsnoeren op
beschadiging(en).
•
Gebruik voor het meten alleen de meetsnoeren die met de meter
meegeleverd zijn. Alleen deze zijn toegestaan.
•
Om een elektrische schok te vermijden, dient u er op te letten dat u de
7