Hoogtecompensatie
1.
Als de eenheid AAN staat, druk dan twee keer kort na elkaar op de toets CAL/RECALL
('SAL' verschijnt in het onderste display voor de temperatuur).
2.
De toets CAL/RECALL nogmaals indrukken en gedurende 2 seconden ingedrukt houden
om naar de modus voor de hoogte (Altitude Mode) te gaan ('Ald' zal op de onderste
temperatuurdisplay verschijnen).
3.
In de fabriek werd de meter ingesteld op het niveau van de zeespiegel. Elke keer dat de
toets MODE/HOLD INGEDRUKT wordt, wordt de compensatie met 1000voet verhoogd./
De maximumwaarde is 20 keer drukken (20.000 voet boven de zeespiegel)
4.
Druk kort op de toets CAL/RECALL om de compensatie-instelling te bewaren en terug te
keren naar de normale meetmodus.
Autom. uitschakelfunctie
De functie voor de automatische uitschakeling schakelt de meter uit als hij 10 minuten nadat
de laatste toets ingedrukt werd niet meer gebruikt werd. Om deze functie uit te schakelen, zie
het hoofdstuk "Automatische uitschakelfunctie onderdrukken".
Autom. uitschakelfunctie onderdrukken
Als de eenheid AAN staat, druk dan kort op de toets CAL/RECALL. Houd vervolgens zowel de
toets MODE/HOLD als de toets AAN/UIT ingedrukt tot 'OFF' (uit) verschijnt. Om de
Automatische uitschakelfunctie terug te activeren (auto power OFF enable) de meter gewoon
uitschakelen en terug aanzetten door middel van de toets ON/OFF (aan/uit).
Indicatie lage batterijstand
Als de batterijspanning tot onder de drempel voor de goede werking gedaald is, zal 'BAT' op
het scherm verschijnen. Raadpleeg het hoofdstuk over het Onderhoud voor meer informatie
over het vervangen van de batterij.
Opslaan van metingen
1.
Druk op de toets MODE/HOLD om een meting op te slaan. Het nummer van de
geheugenpositie zal op de display onderaan getoond worden terwijl de hoofddisplay de
opgeslagen meting toont. De meter zal naar de HOLD-modus gaan en de "HOLD"-
indicator zal op de LCD verschijnen.
2.
Druk nogmaals op de toets MODE/HOLD om de HOLD-modus te verlaten en terug te
keren naar de normale werking. De volgende keer dat MODE kort ingedrukt wordt, wordt
de volgende meting opgeslagen en zo verder.
3.
Als meer dan 25 metingen opgeslagen zijn, zullen de vroegere opgeslagen metingen
(startend vanaf nummer 1) overschreven worden.
Oproepen van opgeslagen metingen
1.
Druk kort op de toets CAL/RECALL en vervolgens binnen de 4 seconden op
MODE/HOLD. Het laatst opgeslagen meetgegeven zal getoond worden (1 tot 25).
Telkens als de MODE/HOLD -toets ingedrukt wordt, zal de volgende, meest recente
meting getoond worden.
2.
Nadat het laatste meetgegeven getoond is, de toets MODE/HOLD nogmaals indrukken.
De display keert dan terug naar het begin van de lijst.
3.
Als de toets CAL/RECALL op gelijk welk moment ingedrukt wordt, stopt het proces voor
het oproepen van de gegevens en keert de meter terug naar de normale meetmodus.
Wissen van de opgeslagen metingen
1.
Als de eenheid ON (AAN) staat, drukt u gedurende 4 seconden op ON/OFF (AAN/UIT-
toets).
2.
Als "clr" verschijnt, wordt de hoofddisplay van het geheugen gewist.
DO600-EU - Version 6.0 11/07
5