Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening; Polarisatieperiode Na Opstarten; Diagnostiek Bij De Inschakeling - Extech Instruments ExStik DO600 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor ExStik DO600:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening

Stroomvoorziening van de ExStik
TM
De ExStik
maakt gebruik van vier (4) CR2032 lithium-ionbatterijen. Druk op de AAN/UIT-
knop om de meter aan te zetten of uit te schakelen. Als de batterijen zwak zijn, verschijnt de
'BAT'-indicator op het LCD-scherm. De functie voor de automatische uitschakeling schakelt
®
de ExStik
automatisch uit als de meter gedurende 10 minuten niet gebruikt wordt. De
automatische uitschakelfunctie kan om praktische redenen of voor een langere polarisatietijd
tijdelijk uitgeschakeld worden.

Polarisatieperiode na opstarten

Wanneer de ExStik® voor de eerste keer ingeschakeld wordt, moet de elektrode gepolariseerd
worden. Hiervoor moet er een polarisatieperiode van (ca.) drie minuten voorbijgaan voordat er
metingen verricht kunnen worden. Deze meter bevat een speciaal circuit dat, na het
inschakelen, zeven dagen lang een heel kleine instelstroom naar de elektrode blijft zenden.
Hierdoor blijft de elektrode gepolariseerd en kan de gebruiker onmiddellijk metingen uitvoeren
(binnen een periode van 7 dagen) zonder te moeten wachten tot de elektrode weer
gepolariseerd is. Elke keer dat de ExStik® ingeschakeld wordt, wordt de polarisatietimer
gereset en begint de periode van 7 dagen opnieuw. In de rechterbenedenhoek van het
scherm verschijnt een kleine asterisk die aangeeft dat het polarisatietimer-circuit actief is. Als
de ExStik® langer dan zeven dagen niet gebruikt wordt, moet u 3 minuten wachten voordat u
een meting kunt uitvoeren.

Diagnostiek bij de inschakeling

1.
Als de meter ingeschakeld wordt, verschijnt op de LCD-display "SELF" en "CAL" en gaat
de meter naar de diagnostiekmodus.
2.
Tijdens deze tijd roept de meter de kalibreergegevens van de gebruiker op, de
zelfdiagnostiek en initialiseert hij het schakelsysteem.
3.
Na het kalibreren gaat de meter over tot de normale meetmodus.
Metingen
1.
Bedek de elektrode met de elektrodekap. De spons in de kap moet bevochtigd (niet
doordrenkt) zijn met gedistilleerd water of met zuiver kraantjeswater.
2.
Druk op de AAN/UIT-knop om de meter aan te zetten of uit te schakelen. Als de meter
AAN staat, wordt het scherm ingeschakeld en begint de zelfkalibrering (zie hieronder). De
meeteenheid die geselecteerd was toen de meter voor het laatst uitgeschakeld werd, zal
op het scherm blijven staan.
3.
Wacht 10 minuten tot 2 uur om de sensor de kans te geven te polariseren (onderdruk de
automatische uitschakeling). De meting moet ongeveer 101,7% (verzadiging) bedragen
nadat de elektrode volledig gepolariseerd is. Het percentage (%) verzadiging is een van
de drie meeteenheden van de meter. Als de meter niet in deze display-modus staat, de
MODE/HOLD-toets indrukken tot % op de LCD verschijnt. De knop loslaten. De elektrode
is volledig gepolariseerd als de aflezing stabiel is en blijft staan. Als de eenheid geen
101,7 % geeft, is het nodig om opnieuw te kalibreren.
4.
Kies de gewenste meeteenheden door de MODE/HOLD-toets ingedrukt te houden tot de
gewenste eenheden op de display verschijnen. Verwijder de elektrodekap en plaats de
elektrode in het te meten staal. Roer de elektrode in het staal om eventuele gevangen
luchtbellen van het membraanoppervlak te doen verdwijnen. De elektrode niet zo ver
onderdompelen dat de te testen vloeistof tot aan de elektrodekraag van de meter komt.
5.
Laat de meter de uiteindelijke meetwaarde vaststellen.
Opmerking: Hoe groter het temperatuurverschil tussen de elektrode en de oplossing, hoe
langer het zal duren voor de meting stabiliseert. De stabilisatietijd kan variëren van tien
(10) seconden tot vijf (5) minuten.
®
3
DO600-EU - Version 6.0 11/07

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave