Apparaat inschakelen.
1.
Programmakiezer op positie 1
2.
draaien.
Op Aanpassen Droogtegraad
3.
drukken en tegelijk de
programmakiezer op positie 2
draaien.
Aanpassen Droogtegraad loslaten.
4.
De instelmodus is geactiveerd.
Signaalvolume wijzigen
Het signaalvolume voor de
instructiesignalen (bijv. programma-
einde) en de toetssignalen kunt u op de
volgende posities van de draaiknop
wijzigen:
2: volume voor de instructiesignalen
■
3: volume voor de toetssignalen
■
Instelmodus activeren.
1.
Programmakiezer op de gewenste
2.
positie draaien.
Met Klaar in + of - het gewenste
3.
volume instellen (0=uit tot 4=zeer
luid).
Apparaatinstellingen
Automatisch uitschakelen van het
apparaat in-/uitschakelen
Wanneer het apparaat langere tijd niet
wordt bediend, dan kan het zichzelf om
energie te besparen voor een latere
programmastart en na het programma-
einde automatisch uitschakelen. Door
op # te drukken, kan het hierbij altijd
opnieuw ingeschakeld worden.
U kunt het automatische uitschakelen
van het apparaat als volgt in- of
uitschakelen:
Instelmodus activeren.
1.
Programmakiezer op positie 4
2.
draaien.
Met Klaar in + of - het automatische
3.
uitschakelen van het apparaat
inschakelen (On) of uitschakelen
(Off).
Instelmodus afsluiten
Als u alle instellingen uitgevoerd hebt,
druk dan op # om het apparaat uit te
schakelen.
De gekozen instellingen worden
opgeslagen en zijn bij het volgende
inschakelen actief.
nl
19