4. Meetkracht instellen
OPMERKING!
• Zorg er bij het instellen van de meetkracht voor dat de spindel wordt teruggetrokken naar
positie (A), waar de trommel stopt met draaien. Als de spindel niet voldoende is
teruggetrokken, kan de juiste meetkracht niet worden ingesteld.
• Draai de trommel langzaam. Als de spindel naar positie (A) waar de rotatie stopt wordt
geforceerd, kan dit leiden tot schade.
• Zorg dat u de instelling van het referentiepunt uitvoert nadat u de meetkracht hebt gewijzigd.
Anders kan dit fouten veroorzaken. (Zie "5. PRESET-waarde (referentiepunt) instellen")
• Stel de meetkracht in binnen de specificaties. Meetkracht lager dan het specificatiebereik is
niet gegarandeerd en spindelbewerkingen zullen negatief worden beïnvloed.
Dit product is een schroefmaat met variabele meetkracht. Meetkrachtinstellingen kunnen als
volgt worden gewijzigd.
Trek de spindel langzaam terug naar positie (A) waar de trommel niet verder kan worden gedraaid.
1
A ≧ maximale meetlengte + 0,5 mm
Draai de keuzeschakelaar voor meetkracht met de meegeleverde sleufschroevendraaier om
2
de meetkracht in te stellen.
Tips
Meetkrachtwaarden-waarden (a) en schaallijnen (b) worden aangegeven op de keuzeschakelaar
voor meetkracht. Pas zo aan dat de schaallijn voor de gewenste meetkracht zich op de rand
van het deksel van de keuzeschakelaar voor meetkracht bevindt en dat de middenlijn (c) binnen
het instellingsbereik ligt [tussen de twee lijnen (c)] van de afdekking voor de keuzeschakelaar
voor meetkracht.
Afbeelding B hieronder: instellingsvoorbeeld voor meetkracht van 0,5 N
Afbeelding C hieronder: instellingsvoorbeeld voor meetkracht van 2 N
Draai de keuzeschakelaar voor meetkracht twee keer om deze met één schaallijn voor
meetkrachtselectie te verplaatsen.
A
1
c
5. PRESET-waarde (referentiepunt) instellen
OPMERKING!
• Gebruik voor de instelling van het referentiepunt een periodiek geïnspecteerde
referentiemaat (eindmaat, instelkaliber voor schroefmaat, enz.).
• De instelling van het referentiepunt en de meting moeten in dezelfde richting en
omstandigheden en volgens de onderstaande procedure worden uitgevoerd.
• Als u CLM-DKX gebruikt en als u meet met slechts een deel van het meetoppervlak, voert u
de referentiepuntinstelling uit onder dezelfde omstandigheden als de meting.
• Als het referentiepunt verandert als gevolg van temperatuurveranderingen, moet u de
PRESET-waarde opnieuw configureren (referentiepunt).
Stel het referentiepunt in volgens de volgende procedure.
1
Monteer het product horizontaal op een schroefmaatstatief (zie "3. Voorzorgsmaatregelen voor
gebruik ■ Meetoriëntatie").
2
Reinig beide meetoppervlakken van het aambeeld en de spindel samen met het instelkaliber
van de schroefmaat als dit wordt gebruikt om al het vuil of stof te verwijderen.
3
Druk op de [PRESET]-knop.
⇨ [P] knippert op het LCD-scherm en de
geregistreerde vooraf ingestelde waarde wordt
weergegeven.
De vooraf ingestelde waarde onmiddellijk na het
vervangen van de batterij is [0,000 mm].
• Als u de vooraf ingestelde waarde niet wijzigt
Ga verder naar stap
8
.
• Als de vooraf ingestelde waarde wordt gewijzigd
Wijzig de vooraf ingestelde waarde volgens de volgende procedure.
4
Houd de [PRESET]-knop nogmaals ingedrukt totdat
het doelcijfer begint te knipperen.
⇨[P] licht op en elk cijfer begint om de beurt te knipperen.
Tips
Terwijl de [PRESET] -knop ingedrukt wordt gehouden,
verschuiven de knipperende cijfers om de beurt naar rechts.
Geef de [PRESET]-knop vrij, dan stopt de verplaatsing van
het knipperende cijfer.
5
Druk op de [PRESET]-knop om naar de doelwaarde
te gaan.
⇨ De waarde verandert elke keer dat u op de
[PRESET] -knop drukt.
6
Herhaal stap
te wijzigen. Instellingsvoorbeeld: 8,500 mm (nominale
lengte van het instelkaliber)
7
Houd nogmaals de knop [PRESET] ingedrukt en laat
hem lost als [P] op het LCD-scherm begint te
knipperen.
8
Druk op de [PRESET]-knop.
⇨ [P] wordt uitgeschakeld en de vooraf
ingestelde waarde wordt geregistreerd.
Deksel voor keuz-
(Lagere sectie: als de vooraf ingestelde waarde niet
eschakelaar meetkracht
wordt gewijzigd [0,000])
2
9
Druk op de [PRESET]-knop.
⇨ [P] knippert op het LCD-scherm en de geregistreerde
B
C
vooraf ingestelde waarde wordt weergegeven.
(Lagere sectie: als de vooraf ingestelde waarde
[0,000])
a
b
10
Als het meetbereik 0 tot 10 mm of 0 tot 15 mm is:
draai de trommel langzaam totdat beide
meetoppervlakken licht contact maken.
Als het meetbereik niet 0 tot 10 mm of 0 tot 15 mm is:
Plaats het instelkaliber tussen de meetoppervlakken en
draai de trommel langzaam totdat beide meetoppervlakken
licht contact maken met het instelkaliber.
11
Draai de trommel verder met 1/10 omwenteling om de
spindel te verplaatsen.
⇨ [H]-display licht op.
3
(Lagere sectie: als de vooraf ingestelde waarde [0,000])
Draai de trommel in de tegenovergestelde richting met
PRESET
1/10 omwenteling of meer om de spindel terug te
12
trekken en druk vervolgens op de knop [HOLD].
⇨ [H]-display verdwijnt en de vasthouden waarde
wordt vrijgegeven. De huidige positie van de
spindel wordt weergegeven.
(Lagere sectie: als de vooraf ingestelde waarde [0,000])
4
PRESET
5
PRESET
PRESET
6
4
en stap
5
om de waarde voor alle cijfers
7
PRESET
8
PRESET
9
PRESET
11
12
HOLD
Mitutoyo Corporation 1-20-1 Sakado, Takatsu-ku, Kawasaki City, Kanagawa 213-8533
6. T ype meting selecteren
Meetmodi omvatten de volgende 2 typen metingen. Selecteer zoals geschikt voor het werkstuk.
(Zie "8. Knopfuncties ■ Meettype schakelen/Weergegeven waarde naar 0 herstellen ")
• Absolute meting (ABS-modus)
Meet de lengte op basis van de ingestelde PRESET-waarde (vanaf het referentiepunt).
• Incrementele meetmodus (INC)
Stelt de weergegeven waarde van de master op nul en meet het verschil tussen de master en
een werkstuk.
7. Meetmethode
OPMERKING!
De weergegeven waarde wordt vastgehouden ([H] -scherm licht op) zodra de ingestelde
meetkracht wordt toegepast. Om stabiele meten resultaten te verkrijgen, draait u de trommel
langzaam en stopt u deze zodra het [H]-display oplicht.
1
Monteer het product horizontaal op een schroefmaatstatief (zie "3. Voorzorgsmaatregelen voor
gebruik ■ Meetoriëntatie").
2
Reinig beide meetoppervlakken van het aambeeld en de spindel en reinig het werkstuk om
alle vuil of stof te verwijderen.
3
Draai de trommel langzaam totdat beide meetoppervlakken licht contact maken met het werkstuk.
4
Draai de trommel verder met 1/10 omwenteling om de spindel te verplaatsen.
⇨ [H] -display licht op en de weergegeven waarde wordt automatisch vastgehouden.
5
Lees de aangegeven waarde af.
6
Draai de trommel in de tegenovergestelde richting met 1/10 omwenteling of meer om de
spindel terug te trekken en druk vervolgens op de knop [HOLD].
⇨ [H]-display verdwijnt en de vasthouden waarde wordt vrijgegeven. De huidige positie van
de spindel wordt weergegeven.
3
4
6
Tips
• De vastgehouden waarde wordt niet vrijgegeven, zelfs wanneer de [HOLD]-knop wordt
ingedrukt op stap
4
. Om de [HOLD] -knop te laten werken, trekt u de spindel terug totdat er
geen meetkracht meer wordt toegepast.
• Als u per ongeluk op de knop [PRESET] drukt terwijl u een meting uitvoert, drukt u op de
knop [ZERO/ABS] om terug te keren naar de vorige staat. Als het product hierdoor niet wordt
hersteld, voert u de instelling van het referentiepunt nog een keer uit.
HOLD
Printed in Japan