ontstekingsspiraal met
gebroken gloeidraad
Brandstofzeefje
P
De kous is aan de bovenzijde verhard.
Kachel helemaal leegbranden (hoofdstuk H). Gebruik de juiste brandstof.
U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
DE KACHEL BLIJFT LAAG BRANDEN.
De kous staat te laag.
R20E: Raadpleeg uw dealer.
R21E: Zet de koushoogtevergrendeling een stand hoger (hoofdstuk F).
R31E: Raadpleeg uw dealer.
De kachel had voor het bijvullen vrijwel alle brandstof verbruikt.
Na het plaatsen van de volle wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
U gebruikt oude of verkeerde brandstof. Zie DE JUISTE BRANDSTOF
(hoofdstuk "Wat u vooraf moet weten").
De ruimte wordt onvoldoende geventileerd.
Zet even een raam of deur wijd open en laat deze daarna op een kier staan.
DE KACHEL BRANDT TE HOOG.
U gebruikt verkeerde, te vluchtige brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk "Wat u vooraf moet weten").
De kous staat te hoog.
R20E: Raadpleeg uw dealer.
R21E: Zet de koushoogtevergrendeling een stand lager (hoofdstuk F).
R31E: Raadpleeg uw dealer.
H
OVER HET ONDERHOUD
Uw kachel vergt weinig onderhoud. Wel dient u stof en vlekken bijtijds af te
nemen met een vochtige doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen ont-
staan. Normaal gesproken zijn er slechts drie onderdelen aan slijtage onderhevig:
1. DE BATTERIJEN
Deze kunt u zelf vervangen. Gooi de oude batterijen niet in de vuilnisbak. Volg de
regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval.
2. DE ONTSTEKINGSSPIRAAL
De ontstekingsspiraal gaat langer mee als u de kachel op de juiste manier ont-
steekt. Vervang op tijd de batterijen en let op dat u de ontstekingstoets niet te
krachtig indrukt. Als de gloeidraad gebroken is, dient de ontstekingsspiraal ver-
vangen te worden.
3. DE KOUS / LEEGBRANDEN
Om de levensduur van de kous te verlengen, moet u de kachel van tijd tot tijd
helemaal laten leegbranden (tot hij vanzelf uitgaat). Doe dit wanneer u merkt dat
de verbranding wat minder wordt. Het leegbranden veroorzaakt enige geur, dus
het is raadzaam dit buiten de leefruimte te doen.
HET BRANDSTOFZEEFJE
Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje:
haal de wisseltank ¾ uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. P). Dit
kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. Klop het brandstofzeefje
omgekeerd leeg op een harde ondergrond, om het vuil te verwijderen. (Nooit
reinigen met water!) Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel.
1
93