6.13 Sensorbesturing
In de automatische stand herkent een sensor in het ap-
paraat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de sensorgevoeligheid wordt de optimale
ventilatorstand automatisch ingeschakeld. Reageert de
sensorbesturing te zwak of te sterk, kunt u de instelling
van de sensorgevoeligheid wijzigen.
¡ Fabrieksinstelling: 2
¡ Laagste instelling: 1
¡ Hoogste instelling: 4
6.14 Sensorbesturing instellen
ca. 4 seconden ingedrukt houden tot de instelling
1.
wordt weergegeven.
7 Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er
voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.
7.1 Reinigingsmiddelen
Geschikte reinigingsmiddelen zijn verkrijgbaar bij de
klantenservice of in de online-shop.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Vóór het reinigen de netstekker uit het stopcontact
▶
halen of de zekering in de meterkast uitschakelen.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken
▶
om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Het apparaat wordt heet tijdens het gebruik.
Het apparaat voor het schoonmaken laten afkoelen.
▶
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen de oppervlak-
ken van het apparaat beschadigen.
Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen ge-
▶
bruiken.
Geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen ge-
▶
bruiken.
Geen harde schuur- of afwassponsjes gebruiken.
▶
Glasreinigers, schrapers of onderhoudsmiddelen
▶
voor roestvrij staal alleen gebruiken wanneer deze
in de gebruiksaanwijzing voor het betreffende on-
derdeel worden aanbevolen.
Vaatdoekjes voor het gebruik grondig uitwassen.
▶
Om de instelling te wijzigen, , , of
2.
Om de instelling op te slaan, ca. 4 seconden inge-
3.
drukt houden.
6.15 Verzadigingsindicatie terugzetten
Na het reinigen van de vetfilters of na het vervangen
van de geurfilters kan de verzadigingsindicatie worden
teruggezet.
Vereisten
¡ Na het uitschakelen van het apparaat verschijnt op
het display
voor vetfilter.
¡ Er klinkt meermaals een signaal.
Om de verzadigingsindicatie voor vetfilter terug te
▶
zetten,
indrukken.
a De verzadigingsindicatie wordt teruggezet.
7.2 Apparaat schoonmaken
Maak het apparaat schoon zoals voorgeschreven, zo-
dat de verschillende onderdelen en oppervlakken niet
door een verkeerde reiniging of ongeschikte reinigings-
middelen beschadigd raken.
WAARSCHUWING ‒ Kans op explosie!
Sterk bijtende alkalische of sterk zuurhoudende reini-
gingsmiddelen in combinatie met aluminiumdelen in de
spoelruimte van vaatwasmachine kunnen tot explosies
leiden.
Nooit sterk bijtende alkalische of sterk zuurhouden-
▶
de reinigingsmiddelen gebruiken. Vooral geen pro-
fessionele of industriële reinigingsmiddelen gebrui-
ken in combinatie met aluminiumdelen, zoals bijv.
vetfilters van afzuigkappen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Vóór het reinigen de netstekker uit het stopcontact
▶
halen of de zekering in de meterkast uitschakelen.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken
▶
om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Het apparaat wordt heet tijdens het gebruik.
Het apparaat voor het schoonmaken laten afkoelen.
▶
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Bepaalde onderdelen van het apparaat kunnen scher-
pe randen hebben.
Binnenkant van het apparaat voorzichtig reinigen.
▶
De informatie over de reinigingsmiddelen in acht ne-
1.
men.
→ "Reinigingsmiddelen", Pagina 7
Afhankelijk van het oppervlak als volgt schoonma-
2.
ken:
Roestvrijstalen oppervlakken met een vaatdoekje
‒
en warm zeepsop in slijprichting reinigen.
Gelakte oppervlakken met een vaatdoekje en
‒
warm zeepsop reinigen.
Aluminium met een zachte doek en glasreiniger
‒
reinigen.
Reiniging en onderhoud nl
indrukken.
7