Version 1
maakt. Dit wordt aanbevolen voor die situaties waarbij het veiliger is de elektrische apparatuur vanaf
een afstand te inspecteren. De LRM is zeer nauwkeurig en zal de exacte plaats van een elektrische
ontlading aangeven.
Bewaken van lagerslijtage
Ultrasone inspectie en bewaking van lagers is verreweg de meest betrouwbare methode voor het
detecteren van beginnende lagerstoringen. Door toename van wrijving in een lager zal er een
toename van het ultrasone signaal ontstaan. Ultrasone inspectie van lagers is nuttig bij het ontdekken
van alle fases van lagerstoringen, inclusief:
•
Begin van microscopische lagerschades.
•
Slijtage van lageroppervlakken.
•
Oversmering / Ondersmering. In kogellagers treed vermoeidheid op in de kogels of
loopvlakken waardoor een subtiele deformatie ontstaat. Deze deformatie van het metaal zal
een onregelmatig oppervlak tot gevolg hebben, waardoor de emissie van ultrasoon geluid zal
toenemen.
Een verandering in amplitude ten opzichte van de originele uitlezing is een indicatie van een
beginnende lagerstoring. Wanneer een meting een eerdere meting met 12 dB overschrijdt, kan
worden aangenomen dat het lager bij het begin van microscopische lagerschade is aangekomen.
Deze informatie is ontdekt tijdens experimenten die door NASA op kogellagers zijn uitgevoerd. Tijdens
de experimenten werd geconstateerd door het bewaken van lagers bij frequenties van 24 tot 30 kHz,
dat de verandering in amplitude een indicatie is voor een beginnende storing.
Detecteren lagerstoring
Er zijn twee basisprocedures voor het testen van lagerproblemen: vergelijkend en historisch.
De vergelijkingsmethode omvat het testen van twee of meer gelijksoortige lagers en het "vergelijken"
van potentiële verschillen. Bij het historische testen wordt een specifiek lager gedurende een langere
periode bewaakt teneinde een historisch verloop daarvan vast te leggen. Door de lagerhistorie te
analyseren, kunnen slijtagepatronen bij bepaalde ultrasone frequenties worden vastgesteld, waardoor
vroegtijdige detectie en correctie van lagerproblemen mogelijk is.
Vergelijkende test
1. Gebruik de stethoscoop (contact) module.
2. Kies een "testpunt" op het lagerhuis en markeer deze voor de toekomst; maak contact met dit
punt met de contactmodule. Bij ultrasoon meten geldt dat des te meer lagen materiaal het
ultrasoon geluid moet passeren, des te onnauwkeuriger zal de meting zijn. Daarom moet worden
gewaarborgd dat de contactmodule goed contact maakt met het lagerhuis. Wanneer dit moeilijk
is, maak dan contact met het smeernippel of een plek zo dicht mogelijk bij het lager.
3. Benader de lagers onder dezelfde hoek en maak contact met hetzelfde gebied op het lagerhuis.
4. Verminder de gevoeligheid (indien nodig) om het geluid duidelijker waar te kunnen nemen.
5. Luister naar het lagergeluid met een koptelefoon om de "kwaliteit" van het signaal goed te
kunnen interpreteren.
6. Kies dezelfde soort lagers onder gelijksoortige belastingsomstandigheden en met dezelfde
rotatiesnelheid.
7. Vergelijk en noteer verschillen in decibels en/of geluidskwaliteit.
Procedure voor lager historie (historisch)
Voor het starten met de HISTORISCHE methode voor lagerbewaking, moet de VERGELIJKINGS-
methode worden gebruikt om een uitgangspunt te bepalen.
1. Gebruik de basisprocedure zoals hierboven in stap 1 tot 7 zoals boven staat beschreven.
2. Sla de meting op als referentie voor de toekomst.
3. Vergelijk deze meting in Ultratrend DMS met eerdere metingen.
a. Wanneer het decibelniveau is verhoogd tot 12 dB boven de basiswaarde, wijst dit op
een beginnende storing in het lager.
b. Gebrek aan smering wordt meestal aangegeven door 8 dB verhoging boven de
basiswaarde waarbij de geluidskwaliteit niet verandert. Dit klinkt over het algemeen
17