Montage
Algemene montage-eisen
De ComfoSpot 50 is uitsluitend voorzien voor montage in een buitenwand, waarbij de zijdelingse luchtdoorlaatopeningen
zich verticaal aan de binnenzijde moeten bevinden en het kartelwiel voor de klepverstelling zich rechts moet bevinden.
Op de montageplaats moet rekening worden gehouden met de volgende eisen en voorzorgsmaatregelen:
WAARSCHUWING
Naleving van de voorschriften inzake ongevallenpreventie
Neem de voorschriften inzake ongevallenpreventie in acht bij het inrichten van de montageplaats.
Beveilig de buitenruimte tegen vallende onderdelen.
WAARSCHUWING
Gevaar door ontsnappend gas of elektrische schokken
Vergewis u ervan dat er zich geen toevoerleidingen (bv. elektriciteit, gas, water) in de buurt van de doorvoer van de
buitenmuur bevinden en dat de doorvoer van de buitenmuur voldoet aan de statische vereisten ter plaatse.
WAARSCHUWING
Gevaar door elektrische schok
Neem de landspecifieke normen/voorschriften in acht voor de naleving van de beschermingszones voor de inbouw in
ruimtes met een badkuip of douche met betrekking tot de voor de ventilatie-unit geldende beschermingsklasse IP11.
OPMERKING
Het elektrisch systeem / de elektronica kan door statische oplading beschadigd raken. Neem daarom bij handelingen
met de elektronica altijd maatregelen om een elektrostatische ontlading te verhinderen (bijv. door een antistatische
polsband te dragen).
Montagevoorbereidingen
5.2.2.1 Montagevoorbereidingen mantelbuis
Voorafgaand aan de montage van de ventilatie-unit moet al een geschikte mantelbuis op de voorziene montageplaats in
de buitenmuur zijn ingebouwd en exact aansluitend op de afmetingen van de uiteindelijke wandopbouw zijn aangepast.
De vooral voor nieuwbouw bedoelde vierkante mantelbuis moet in het kader van het opbouwen van de buitenmuur in de
buitenmuurconstructie worden geïntegreerd. De mantelbuis rond moet na een kerngatboring ( 340 mm) in het boorgat
van de buitenmuur worden geplaatst.
OPMERKING
Voor de montage van de ComfoSpot 50 is het gebruik van de ronde of vierkante mantelbuis vereist.
Neem bij de inbouw van de mantelbuis de bijgesloten aanwijzingen voor een vakkundige, correcte montage in acht.
5.2.2.2 Montagevoorbereidingen elektrische aansluitingen
De netkabel voor de stroomvoorziening moet tot links onder het apparaat en de eventuele besturingskabel naar de
aansluiting van een optionele beschikbare externe bedieningsunit moet tot een punt rechts onder de unit verwerkt worden.
De kabeleinden moeten in het respectievelijke bereik van de kabelinvoer van de onderschaal van de binnenkap ca. 10 cm
uit het wandoppervlak uitsteken.
OPMERKING
Voor de stroomvoorziening moet door de klant een netkabel (aanbevolen type NYM-J 3x1,5) voor stationaire apparaten
met uitschakeling worden voorzien met een contactopeningsbreedte die overeenkomt met de voorwaarden van
overspanningscategorie III voor volledige ontkoppeling.
Voor de aansluiting van een optionele, externe besturingseenheid moet door de klant een besturingskabel (aanbevolen
type J-Y(ST)Y 2x2x0,6) worden gelegd tussen de externe besturingseenheid en de ventilatie-unit.
14