VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR ONDERHOUD
Essentiële aanbevelingen voor de elektrische veiligheid
Schakel voor alle werkzaamheden de ketel uit, en ontkoppel de elektrische voeding
van het toestel.
Essentiële aanbevelingen over de veiligheid
Het water dat uit de aflaatkraan komt, is zeer heet en kan zeer ernstige brandwonden
veroorzaken.
Controleer de dichtheid van de verbindingen van het rookgaskanaal.
Essentiële aanbevelingen voor een goede werking van het toestel
Ketel en brander moeten minstens eenmaal per jaar of om de 1500 bedrijfsuren
worden gecontroleerd. Als de ketel intensief wordt gebruikt, vergt deze mogelijk
meer onderhoud. Vraag in dat geval advies aan de installateur.
Het onderhoud van de ketel en de brander moet worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde technicus en defecte onderdelen moeten worden vervangen door
originele onderdelen.
Controleer de dichtheid van de waterkring.
PERIODIEKE CONTROLE
Controle vulwater
1.
Controleer of de waterdruk in het systeem ten minste 1 bar is (koud).
2.
Zorg ervoor dat de kring van het toestel correct is ontlucht. Indien het noodzakelijk
is om het systeem vaak te vullen om de aanbevolen minimale waterdruk te handhaven, moet
u het lek in het systeem opsporen (verwittig uw installateur).
3.
Indien nodig, voeg koud water enkel toe in kleine hoeveelheden. Toevoegen van een
grote hoeveelheid koud water in een hete ketel kan leiden tot permanente beschadiging van
de ketel.
Controle stookolievoeding
1.
Controleer de aanwezigheid van stookolie in de voedingskring.
2.
Controleer of de slangen niet gekneld zijn, en of er geen luchttoevoer plaatsvindt.
3.
Controleer of de vlam verschijnt (via het vlamkijkglas).
Controle condensafvoer
1.
Controleer de dichtheid van de sifon-condenscollector.
2.
Controleer of de condens goed afloopt om te voorkomen dat condens naar
de verbrandingskamer stroom en corrosie veroorzaakt.
NL
Onderhoud
N2 Condens: 664Y5000 • D
31