40
MLI Ultra 12/3000, 12/6000, 24/6000 – Gebruikers- en installatiehandleiding
Een cluster aanmaken in CZone
Voorwaarden: - een CZone-systeem is al geconfigureerd, inclusief alle batterijen;
- de CZone Configuration Tool heeft het bewuste configuratiebestand geopend.
1. Ga in de CZone Configuration Tool naar de Modules tab en dubbelklik op de MLI Ultra die als
Primary batterij zal fungeren.
2. Het venster Module Modifications verschijnt. Klik op de knop Advanced Settings.
3. In de vervolgkeuzelijst Cluster Type,
selecteer Cluster Primary.
4. Cluster DC Instance wordt gebruikt om
een onderscheid te maken tussen
meerdere monitoringbronnen.
5. Voer een Cluster Name in.
6. Als het cluster een serieverbinding is, vink
dan Set Relay type of all slaves to Daisy
Chain aan.
7. Klik op Configure Topology.
Het venster Configured Battery Cluster
Topology verschijnt.
8. Voer het aantal accu's in serie in het veld
(S) in. Als er geen accu's in serie zijn, voer
dan 1 in.
9. Voer het aantal accu's in parallel in het veld
(P) in. Als er geen accu's in parallel zijn,
voer dan 1 in.
10. Om spanningsbalans tussen de cellen in
serie te activeren, selecteert u ON in de
vervolgkeuzelijst Series Balancing.
11. Klik op OK om terug te keren naar het
venster Advanced Settings.
12. Klik op OK om terug te keren naar het
venster Module Modifications en klik dan
op Alarm/Switch Settings.
13. Het venster Battery Alarm/Switch Settings verschijnt. Om deze instellingen te kopiëren van de
primaire batterij naar alle secundaire batterijen, selecteert u Apply to cluster.
14. Blijf op OK klikken totdat alle dialoogvensters zijn verdwenen.
15. Schrijf de configuratie naar het netwerk om de nieuwe configuratie te gebruiken.
Om de primaire accu te identificeren, gaat u naar het tabblad Meters. De batterij met twee DC-
instanties is de primaire accu.