MLI Ultra 12/3000, 12/6000, 24/6000 – Gebruikers- en installatiehandleiding
8. INGEBRUIKNAME
Controleer alle bedrading en aansluitingen. Plaats de zekeringen nog niet!
Zet het veiligheidsrelais op
Start MasterAdjust/CZone Configuration Tool, om de vereiste events/circuits te configureren.
WAARSCHUWING!
Als er meer laadapparaten worden gebruikt om de accu op te laden (bijvoorbeeld door
zowel een AC-aangedreven lader als een dynamo), dan moeten Stop laden (Stop
charge)-events/circuits voor elk laadapparaat worden geconfigureerd. In het geval van een
configuratie met meerdere units moet dit voor elke accu worden gedaan.
Als een dynamo deel uitmaakt van het systeem, configureer dan de Accu beveiliging
(Battery safety) events/circuits.
Voorbeelden MLI Ultra events:
De instellingen zijn afhankelijk van de gebruikte lader omdat verschillende laders verschillende status-
opties hebben. Raadpleeg de handleiding van de gebruikte lader voor het omschakelen van de
laadtoestand. Afhankelijk van het systeem waarin de batterij wordt gebruikt, kan het nodig zijn om
extra events/circuits te programmeren. Voor meer informatie over MasterBus events, zie pagina 22.
Voor meer informatie over CZone circuits, zie vanaf pagina 27.
Test het veiligheidsrelais (alleen in MasterAdjust)
Ga naar het tabblad Monitoring (van de eerste
accu) en klik op de knop Sluit relais. Controleer of
de knop op het veiligheidsrelais naar beneden gaat
en vergrendeld blijft (
AFSTANDSBEDIENING UIT
AFSTANDSBEDIENING AAN
, zie pagina 12.
).
15