Inhoudsopgave
Advertenties
10.4 Probleemoplossing GNSS (GPS)
Hieronder worden problemen met de GNSS (GPS) en de mogelijke oorzaken en oplossingen
beschreven.
Voordat u probeert GNSS (GPS)-problemen op te lossen, dient u ervoor te zorgen dat uw product
de meest recente software heeft. Hiervoor gaat u naar de pagina met software-updates op de
Raymarine-website www.raymarine.nl.
Geen fix
Mogelijke oorzaken
Geen GNSS (GPS)-ontvanger
aangesloten.
Geen antenne aangesloten op de
GNSS (GPS)-ontvanger.
Locatie van de GNSS
(GPS)-antenne.
GNSS (GPS) uitgeschakeld.
Door de geografische locatie of
weersomstandigheden is een
satellietfix niet mogelijk.
Geen positiegegevens
Mogelijke oorzaken
Interne ontvanger is
uitgeschakeld.
Verkeerde netwerkuitgang
geselecteerd.
Slechte/beschadigde/niet goed
verbonden kabel/aansluiting.
GPS-gegevensuitvoer
De Ray52 en Ray70 hebben een interne GPS-ontvanger. Deze producten voeren echter GEEN
GPS-gegevens uit naar externe apparaten.
126
Mogelijke oplossingen
Om een positiefix op te halen op uw product heeft u een
GNSS (GPS)-ontvanger nodig. Uw product kan een interne
GNSS (GPS)-ontvanger bevatten, als dat niet het geval is, is
een externe GNSS (GPS)-ontvanger zoals de RS150 vereist.
Afhankelijk van het model, kan uw product een interne GNSS
(GPS)-ontvanger bevatten. De ontvanger kan wel of niet zijn
voorzien van een interne antenne. Als de interne GNSS
(GPS)-ontvanger van uw product geen interne antenne heeft,
dan dient u een externe passieve antenne aansluiten op de
GNSS (GPS)-/GA150-aansluiting.
Voor optimale prestaties dienen externe GNSS (GPS)-antennes
en GNSS (GPS)-ontvangers met een interne antenne dienen
bovendeks te worden gemonteerd met een vrije zichtlijn naar
de lucht, en niet in de buurt van constructieplaten of andere
elektrische apparatuur of kabels die interferentie kunnen
veroorzaken.
Zorg ervoor dat uw interne GNSS (GPS)-ontvanger is
ingeschakeld in het betreffende instellingenmenu.
Controleer regelmatig of er een fix is verkregen wanneer
de weersomstandigheden beter zijn of op een andere
geografische locatie.
Mogelijke oplossingen
Zorg ervoor dat uw externe of interne ontvanger is
ingeschakeld.
Zorg ervoor dat het correcte netwerktype en snelheid zijn
geselecteerd in het Netwerkuitvoer-menu: Menu > Set-up
(Instellingen) > Network output (Netwerkuitvoer).
1.
Controleer of de connectoren volledig in de unit zitten
en zijn vergrendeld.
2. Controleer de kabels en connectoren op beschadigingen
of corrosie en vervang deze wanneer nodig.
3. Controleer de accuspanning, de conditie van de
accupolen en de voedingskabels en zorg ervoor dat de
verbindingen goed vastzitten, schoon en vrij zijn van
corrosie. Vervang ze indien nodig.
4. Gebruik een multimeter wanneer het product is
belast en controleer alle connectoren/zekeringen op
spanningsvallen. Vervang ze indien nodig.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
