8 Basismodus
8.1 Aan-/uitzetten
Aanzetten:
De toets ON/OFF drukken.
Nadat de display wordt aangezet, wordt de autotest van de weegschaal
doorgevoerd.
Afwachten totdat de gewichtsaanduiding verschijnt, de weegschaal is paraat.
Uitzetten :
De toets ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot de display verdwijnt.
8.2 Gewoon wegen
De nulaanduiding [>0<] controleren, indien nodig op nul zetten door op TARE te
drukken.
Het gewogen materiaal opleggen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding (
Het weegresultaat aflezen.
Waarschuwing voor overbelasting
Overbelasting van de weegschaal boven aangegeven maximale last
(Max) met bestaande tarravooraftrek, absoluut vermijden. Het kan tot de
beschadiging van het weegschaal leiden.
Het overschrijden van de maximale last wordt met de aanduiding
gesignaleerd. De weegschaal ontlasten of de voorbelasting verminderen.
8.3 Wegen met tarra
8.3.1 Tarreren
Het eigen gewicht van de container gebruikt voor de weging kan worden getarreerd
door de toets te drukken, waardoor bij volgende weegprocessen het nettogewicht
van het gewogen materiaal verschijnt.
De weegschaalcontainer op het weegschaalplateau stellen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding (
toets TARE drukken. Het containergewicht wordt in het weegschaalgeheugen
opgeslagen. De (
De aanduiding "TARE" geeft aan dat alle afgelezen gewichtswaarden de
nettowaarden zijn.
Het gewogen materiaal wegen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding (
Het netto gewicht aflezen.
CKE-BA-nl-2132
) en de aanduiding „TARE" verschijnen.
) verschijnt.
) verschijnt en vervolgens de
) verschijnt.
17