Inhoudsopgave
Advertenties
Buizencollector-functie
De buizencollector-functie maakt het gebruik van het zonnesysteem
mogelijk, ook wanneer de voeler T1 (collector) in de aansluitleiding
van de collector gemonteerd wordt. Overschrijdt de temperatuur-
verhoging aan de voeler T1 (collector) de gekozen "inschakelwaarde"
temperatuurverhoging collector, wordt de zonnecirculatie-pomp in-
geschakelt met een vooraf ingestelde nalooptijd (standaard 15 s)
Gedurende deze tijd moet het inschakelverschil voor de boilerbela-
ding tussen de voeler T1 (collector) en de voeler T2 (boiler beneden)
zich instellen, anders schakelt de zonnecirculatie-pomp terug af.
De nieuwe evaluatie van de temperatuur-verhoging aan de voeler T1
(collector) gebeurt onmiddellijk na het einde van de laatste looptijd
van de pomp.
Systeemmeldingen
De systeemmeldingen "voeler onderbreking" en "voeler kortsluiting"
worden door de display-symbolen weergegeven. Voor een betere
optische herkenning van de systeemmelding, schakelt de display-
belichting in secondentact aan en uit, zolang de fout bestaat en geen
toetsen worden geactiveerd.
Triac
De triac is een electronische schakelaar voor het in- en uitschakelen
van de 230 V uitgangen van de regelaar Solar Unit 2.
Werkwijze: Een triac bestaat uit 2 anti-parallelle schakelbare dioden
(= anti parallelle thyristoren). De thyristoren schakelen de positieve
of de negatieve sinus halfondulaties door, zolang er een inschakel-
verschil bestaat. De triac schakelt uit wanneer het uitschakelverschil
wordt onderschreden.
Systeemveiligheid
Om de systeemcomponenten zonnecirculatie-pomp, 2-/3-weg-ven-
tiel, enz. in het zonnesysteem tegen zeer hoge temperaturen te be-
schermen, wordt bij het overschrijden van een temperatuurgrens aan
de voeler T1 (collector), de zonnebelading kompleet onderbonden,
ook wanneer dit door een temperatuurverschil tussen de voeler T1
(collector) en de voeler T2 (boiler beneden) zou mogelijk zijn.
De activering van de systeemveiligheid ligt als standaardwaarde bij
een temperatuur van 135 °C.Het is ook mogelijk deze waarde in een
bereik van 115 °C tot 200 °C te veranderen.
Systeem met 2 boilers
De Solar Unit 2 kan een systeem met 2 boilers bedienen door het
inzetten van de uitgang A2, die de omschakeling van de boilers over
een 3-weg ventiel uitvoert. Om deze functie te activeren wordt het
menupunt "0 – 1" op de variante "0 – 2" omgesteld.
Opmerking: Wanneer het 2 boilers systeem ingezet wordt, kan het
menupunt 10 niet meer geactiveerd worden.
Prioriteit
In de regelaar Solar Unit 2 is bij het systeem met 2 boilers, de voorrang
altijd op boiler 1 geschakeld. Omschakelen is niet mogelijk.
Thermostaat
De thermostaatfunctie is een instelbare inschakel-drempel in het be-
reik van 0 °C tot 130 °C met een individueel instelbaar uitschakelver-
schil van 1 tot 40 K. Men kan kiezen tussen de varianten "verwarmen"
of "koelen".
Bij de variante "verwarmen" schakelt de uitgang A2 in, als de actu-
ele temperatuur T4 onder de ingestelde inschakel-drempel valt. Hij
schakelt uit, als de actuele temperatuur T4 hoger is dan de inschakel-
drempel plus het uitschakelverschil.
Bij "verwarmen kan de toegevoegde voeler T3 geactiveerd worden.
Dan wordt A2 alleen dan ingeschakeld als de temperatuur T3 hoger
is dan de inschakel-drempel plus het uitschakelverschil plus het toe-
gevoegd verschil voor T3.
Bij de variante "koelen" schakelt de uitgang A2 in, wanneer de actu-
ele temperatuur T4 onder de ingestelde inschakel-drempel valt. Hij
schakelt uit, als de actuele temperatuur T4 lager is dan de inschakel-
drempel minus het uitschakelverschil.
Voor de thermostaat staan 3 onafhankelijke tijdvensters ter beschik-
king. Wanneer geen tijdvenster geactiveerd is, moet het tijdvenster 1
op "0:00" en 23:59 ingesteld zijn.
Terugloopverhoging
Vrij temperatuurverschil voor eenvoudige verwarmingsondersteu-
ning, waardoor de verwarmingsterugloop T4 (verlagingspunt) afhan-
kelijk van het ingestelde temperatuurverschil met de boilervoeler T3
(bron), direct naar de verwarmingsketel gevoerd wordt, ofwel over
de zonneboiler omgeleid wordt, door omschakeling van het 3-weg
ventiel door de uitgang A2.
Opmerking: Bijkomend aan de schakelfase (zwart) naar de uitgang A2
heeft de stelkop van het 3-weg ventiel een vaste fase (bruin) nodig.
Drainback-functie
Het zonnesysteem wordt geëxploiteerd naar het "drain back"-prin-
ziep, d.w.z. wanneer de zonnecirculatie-pomp niet loopt is er geen
zonnevloeistof in de collectoren noch in de leidingen van het sys-
teem. Gedetailleerde informaties hiertoe vindt U in de Drainback
handleiding.
Opbrengstmeting
Dient daartoe, de zonneopbrengst in kilowatturen te registreren.
Met behulp van een debietmeter met impulsgever, die aan de ingang
T7 aangesloten wordt, een toegevoegde voeler T5 (terugloop) en
de reeds bestaande voeler T1 (collector) wordt de geproduceerde
warmte berekend.
3
Advertenties
Inhoudsopgave
