Metingen opslaan en oproepen
De DT300 slaat tot twintig (20) metingen in het geheugen op voor latere raadpleging.
1.
Voer een meting uit zoals hiervoor beschreven.
2.
Met de meting weergegeven, druk op de
3.
De meting wordt in locatie 1 opgeslagen.
4.
Voer nog een meting uit en druk op de opslagknop. Deze nieuwe meting wordt in locatie 1
opgeslagen en de vorige meting gaat van locatie 1 naar locatie 2.
5.
Zodra alle twintig locaties gevuld zijn, begint de meter de bestaande metingen te overschrijven.
6.
Het geheugenlocatienummer bevindt zich in de linkerbovenhoek van het display (1 tot 20).
7.
Gebruik de + en – knoppen om de opgeslagen metingen te doorlopen.
8.
Om alle metingen te wissen, open de geheugenmodus met behulp van de geheugenknop
en druk dan op CLR en de geheugenknoppen en houd deze ingedrukt totdat de weergegeven
meetwaarde van de geheugenlocatie op nul staat.
knop.
8
DT300 EU-NL-V1.2-5/12