Druk op de toets ZOOM om de foto te vergroten. Druk op de toets
FORWARD (40) of op de toets BACKWARD (35) om in het beeld in of uit
te zoomen. Druk op de pijltjestoetsen (20) om het beeld te verplaatsen.
Druk op de pijltjestoetsen omhoog/omlaag (20) om het beeld verticaal of
horizontaal te kantelen.
Met de links/rechts pijltjestoetsen (20) kunt u het beeld naar links of rechts
roteren.
i
De diapresentatie wordt gepauzeerd in de zoommodus. De functies
voor het draaien en 'uitvegen' van het beeld zijn niet beschikbaar in
de zoommodus.
De video-CD-afspeelfunctie
Druk op de toets MENU (42) om de afspeelfunctie in te schakelen.
Plaats een video-CD.
Druk eenmaal op de toets PLAY/PAUSE (41) om het afspelen te starten.
Druk op de toets MENU (42) om het afspelen te beëindigen en terug te
keren naar het hoofdmenu.
5.4
Radiofuncties
Druk op de cijfertoetsen (23) om een vooraf ingesteld station te selecteren.
Druk op de toets NEXT (32) of op de toets PREV (33) om naar een ander
vooraf ingesteld radiostation te schakelen.
De functie PROGRAM
Deze functie wordt gebruikt om een frequentie als voorkeursstation in te
stellen.
Druk op de toets PROGRAM (38).
Zoek met de toets FORWARD (40) of de toets BACKWARD (35) de
gewenste frequentie.
Druk op de toets PROGRAM (38) wanneer de gewenste frequentie is
gevonden.
Druk op de toets NEXT (32) of op de toets PREV (33) om het gewenste
nummer (1-20) te selecteren.
Druk nogmaals op de toets PROGRAM (38) om de selectie te bevestigen.
44