5.
Bediening
Alle functies van het apparaat zijn toegankelijk met behulp van de
afstandsbediening. Alle instructies hebben, tenzij anders vermeld, betrekking
op bediening met de afstandsbediening.
5.1
Verkorte handleiding
Algemene functies
Druk op de toets STANDBY (15) om het apparaat in te schakelen. Druk
nogmaals op de toets STANDBY (15) om het apparaat uit te schakelen.
Druk op de overeenkomstige functietoets (16) om de bronmodus (TUNER/
DVD/USB/AUX) te selecteren.
Druk op de toets VOL +/- (24) om het volume te wijzigen.
Druk op de toets LOUDNESS (28) of op de toets S-BASS (27) om de toon
(brass/treble) te wijzigen.
Druk op de toets P-EQ (18) om tussen geluidseffecten (FLAT/POPS/JAZZ/
CLASSIC/ROCK) te schakelen. Druk nogmaals op de toets P-EQ (18) om
de functie af te sluiten.
Druk op de toets MUTE (29) om het geluid te dempen of te herstellen.
Druk op de toets DIM (17) om de helderheid van de display in te stellen.
CD/DVD-functies
Schakel het apparaat in. Selecteer de DVD-modus.
Druk op de toets OPEN/CLOSE (13) op het apparaat om de schijflade (1)
te openen.
Plaats een schijf in de schijflade (1).
Druk op de toets OPEN/CLOSE (13) op het apparaat om de schijflade (1)
te sluiten.
De display toont het totale aantal tracks op de CD.
Druk eenmaal op de toets PLAY/PAUSE (41) om het afspelen te starten.
Lees voor aanvullende instructies het hoofdstuk "DVD/CD-functies"
verderop in deze handleiding.
40