BPW-EA-AS 37892002nl
4.3 Montage van de AirSave controlebox
Opmerkingen over montage en reparatie!
Let tij dens het boren van de bevestigings-
gaten op elektrische en pneumatische
leidingen en op dragende delen.
Gebruik voor aansluiting aan de voertuig-
bedrading alleen ronde kabel met een
diameter van Ø 6 – 10 mm, om de dichtheid
van de PG11-schroefverbinding te garan-
deren.
De AirSave controlebox moet in een
beveiligd en goed toegankelij k gebied
in de nabij heid van de pneumatische
installatie worden gemonteerd.
Het deksel van de controlebox moet voor
instelwerkzaamheden afneembaar zij n en
mag niet worden geblokkeerd.
Voor het ontluchten moet een vrij e ruimte
van minstens 50 mm worden aangehouden.
[1]
AirSave controlebox (842) in de gewenste monta-
gepositie plaatsen.
[2]
Posities voor de bevestigingsopeningen markeren.
[3]
Openingen Ø 9 mm boren en ontbramen.
Boorsjabloon zie pagina 26.
[4]
AirSave controlebox met de bevestigingsschroe-
ven in de openingen plaatsen.
[5]
Borgmoeren (SW 13) met ringen opschroeven en
met een aanhaalkoppel van 25 Nm vastdraaien.
Montage AirSave controlebox
Afb. 7
Afb. 8
Pagina 17
Montage
4
4.3