Pagina 16
4
Montage
4.2
Montage ventielslangen
4.2 Montage ventielslangen
Opmerkingen over montage en reparatie!
Let er bij het leggen van de ventielslangen
op dat ze niet geknikt worden.
Wielmoeren mogen niet worden afgedekt!
Voorkom contact met wielmoeren en wiel-
bouten om schuurplekken te voorkomen.
[1]
Ventielslang (825, 826 of 827, afhankelij k van de
banden) op het ventiel van de band bevestigen en
eventueel een ventielverlengstuk gebruiken.
[2]
De wartelmoer (SW 11) op de ventielslang hand-
vast aandraaien en vervolgens met een schroef-
sleutel een halve slag verder aandraaien.
[3]
Controleer door de ventielnaald in de ventielslang
in te drukken of de lucht doorstroomt.
[4]
De ventielslang op de AirSave rotor (811 of 811a)
handvast aandraaien.
[5]
De ventielslang op lekkage controleren.
[6]
HubCapAdapter (817) met een schroefsleutel
(SW 55) of een tang zover aandraaien tot de
schroefaansluiting van de rotor op de ventielslang
kan worden aangesloten (zie afbeelding 6).
Draai de rotor niet terug!!
Opmerkingen over montage en reparatie!
De ventielslang mag niet in de losdraai-
richting van de AirSave rotors wijzen, zie
afbeelding 6.
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6
BPW-EA-AS 37892002nl