Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vraag En Antwoord; Storingen Verhelpen - Panasonic LUMIX DMC-TZ7 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor LUMIX DMC-TZ7:
Inhoudsopgave

Advertenties

Vraag en antwoord

Batterij, spanning
De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld.
De batterij is niet goed geplaatst (blz. 13) of moet worden opgeladen (blz. 11).
Lcd-scherm gaat uit, zelfs als de camera is ingeschakeld.
Camera is ingesteld op 'BATT. BESP.' of 'AUTO LCD UIT' (blz. 21).
→ Druk de ontspanknop half in om op te heffen.
De batterij moet worden opgeladen.
De camera wordt uitgeschakeld als de stroom wordt ingeschakeld.
De batterij moet worden opgeladen.
De camera is ingesteld op 'BATT. BESP.' (blz. 21).
→ Druk de ontspanknop half in om op te heffen.
Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
Als u de aansluiting maakt op een TV-toestel dat geschikt is voor VIERA Link via een
HDMI-minikabel (optioneel), dan wordt bij uitschakelen van de TV met de daarbij
behorende afstandsbediening ook dit toestel uitgeschakeld.
→ Als u geen gebruik wilt maken van de VIERA Link, zet u de 'VIERA Link' dan op 'OFF'. (blz. 24)
Opnemen
Er kunnen geen foto's worden gemaakt.
De opname/weergave-schakelaar is niet ingesteld op
Kaart/ingebouwd geheugen is vol. → Maak ruimte vrij door ongewenste foto's te verwijderen (blz. 39).
Opnemen op een kaart is niet mogelijk.
Gebruik geen kaarten die geformatteerd zijn met andere apparatuur.
→ Formatteer uw kaarten met deze camera. (blz. 24)
Nadere details over geschikte kaarten vindt u op blz. 14.
De opnamecapaciteit is gering.
De batterij moet worden opgeladen.
→ Gebruik een volledig opgeladen batterij (bij aanschaf niet opgeladen). (blz. 11).
→ Als u de camera aan laat, raakt de batterij leeg. Zet de camera regelmatig uit met
behulp van 'BATT. BESP.', 'AUTO LCD UIT' (blz. 21) enzovoort.
Controleer de opnamecapaciteit van de kaarten en het ingebouwde geheugen. (
blz. 122,
blz. 124)
Opgenomen foto's zien er wit uit.
De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
→ Schakel de stroom in om de lens uit te schuiven en reinig het lensoppervlak met een zachte, droge doek.
De lens is beslagen (blz. 8).
Opgenomen foto's zijn te licht/te donker.
Foto's die in donkere ruimten zijn gemaakt, of van heldere onderwerpen
(sneeuw, heldere omgeving enzovoort) nemen het grootste deel van het scherm
in beslag. (De helderheid van het lcd-scherm kan anders zijn dan van de
werkelijke foto) → Pas de belichting aan (blz. 47).
'KORTE SLUITERT.' is ingesteld op een hele korte tijd, bijvoorbeeld '1/250' (blz. 76).
Er worden 2-3 foto's gemaakt terwijl ik maar één keer op de ontspanknop druk.
De camera is ingesteld op het gebruik van de scènemodi 'AUTO BRACKET', (blz. 47), 'MULTI-ASPECT
' (blz. 48), 'BURSTFUNCTIE' (blz. 74), of op 'HI-SPEED BURST' (blz. 54) of 'FLITS-BURST' (blz. 55)
114
VQT2C01

Storingen verhelpen

(opnemen).
Controleer eerst de volgende onderdelen (blz. 114 - 119).
(Wanneer u de menu-instellingen terugzet in de standaardwaarden, kunnen bepaalde
problemen zijn opgelost.
Gebruik in de opnamemodus 'RESETTEN' in het menu SET-UP (blz. 22).)
Opnemen (vervolg)
Er is niet goed scherpgesteld.
Er is niet ingesteld op de modus die geschikt is voor de afstand tot het onderwerp.
(Scherpstelgebied varieert, afhankelijk van de opnamemodus.)
Onderwerp valt buiten scherpstelgebied.
Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp (blz. 68, 75).
Opgenomen foto's zijn onscherp. Optische beeldstabilisatie werkt niet goed.
De sluitertijd is langer in donkere locaties en de optimale beeldstabilisatie is daar minder effectief.
→ Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam.
Gebruik een statief en de zelfontspanner (blz. 46) wanneer u een langere sluitertijd
gebruikt met 'KORTE SLUITERT'.
Kan 'AUTO BRACKET' of 'MULTI-ASPECT'
Er is slechts geheugencapaciteit voor maximaal 2 foto's.
Gemaakte foto's zien er korrelig uit of er is sprake van interferentie.
De ISO-gevoeligheid is hoog of er is een lange sluitertijd.
(De standaardinstelling voor GEVOELIGHEID is 'AUTO' – bij binnenopnamen kan interferentie optreden.)
→ Verlaag de 'GEVOELIGHEID' (blz. 69).
→ Zet de 'KLEURFUNCTIE' op 'NATURAL' (blz. 75).
→ Maak foto's op locaties met meer licht.
De camera is ingesteld op de scènemodi 'H. GEVOELIGH.' of 'HI-SPEED BURST'.
(Foto wordt iets korreliger vanwege de hoge gevoeligheid)
De beelden zijn te donker, met fletse kleuren.
Kleuren kunnen soms onnatuurlijk overkomen vanwege de lichtbron.
→ Gebruik de WITBALANS instelling om de kleuren te corrigeren. (blz. 70)
De helderheid of kleuren van de opname zijn niet levensecht.
Voor opnamen bij tl-licht is soms een kortere sluitertijd nodig. Dit kan leiden tot kleine
wijzigingen in helderheid of kleuren, maar dat is normaal.
Roodachtige verticale lijn (veeg) verschijnt tijdens de opname.
Dit is een kenmerk van CCD en kan zich voordoen als het onderwerp heldere
gebieden bevat. Rond deze gebieden kan onscherpte ontstaan, maar dit is
geen storing. Dit wordt opgenomen bij bewegende beelden, maar niet op foto's.
We raden u aan bij het maken van foto's het scherm weg te houden van
felle lichtbronnen, zoals zonlicht.
Opname bewegend beeld stopt halverwege.
U gebruikt een multimediakaart (niet compatibel met het opnemen van bewegend beelden).
Voor de filmopname van bewegende beelden is een SD-kaart met een snelheid van 'Klasse 6' of hoger aanbevolen.
De SD-snelheidsklasse is een maatstaf voor de aangehouden schrijfsnelheid.
Het gebruik van een snelle kaart met een duidelijk aangegeven snelheid (bijv. op de verpakking) van
tenminste 10 MB/s is aanbevolen wanneer de 'OPN. KWALITEIT' staat ingesteld op 'HD', 'WVGA' of 'VGA'.
Als het opnamen stopt, zelfs met een 'Klasse 6' kaart of een '10 MB/s' of snellere kaart, wijst dat er
op dat het schrijven van de gegevens te langzaam gaat. Dan raden we u aan de gegevens op de
geheugenkaart ergens veilig te stellen en de kaart dan opnieuw te formatteren (blz. 24).
Bij sommige kaarten kan het toegangsscherm kort verschijnen na het opnemen en kan het opnemen halverwege stoppen.
Er kan niet vast op het onderwerp worden scherpgesteld. (De autofocus-volgen faalt)
Als een deel van uw onderwerp een afwijkende kleur heeft van de omgeving, stelt u het autofocusgebied
dan in op de specifieke kleuren van uw onderwerp, door dat deel in het autofocusgebied te nemen. (blz. 71)
' niet gebruiken.
115
VQT2C01

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lumix dmc-tz6Lumix dmc-tz65

Inhoudsopgave