SYMBOLEN
Let op!
Laserstraling
VEILIGHEIDSTIPS
LET OP!
Het gebruik van bediening, afstelling of het uitvoeren van procedures anders dan hierin beschreven kan leiden
tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
De deurbedieningseenheid
en het deurafdekkingsprofiel
moeten correct geaard zijn.
INSTALLATIE EN ONDERHOUD
Vermijd extreme
vibraties.
0°C
Vermijd blootstelling aan
plotselinge en extreme
temperatuurswijzigingen.
•
De sensor mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor hij is bestemd.
•
De fabrikant van het deursysteem waarin de sensor is ingebouwd, is verantwoordelijk voor de conformiteit van het systeem met de
geldende nationale en internationale voorschriften en veiligheidsnormen.
•
De installateur moet de instructies in deze handleiding lezen, begrijpen en opvolgen. Onjuiste installatie kan leiden tot onjuiste
werking van de sensor.
•
De fabrikant van de sensor kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsel of schade als gevolg van onjuist gebruik, onjuiste
installatie of onjuiste afstelling van de sensor.
Volgorde
afstandsbediening
afstandsbediening
Alleen opgeleid en gekwali-
ficeerd
personeel mag de sensor
installeren en afstellen.
Dek de voorschermen
niet af. Verwijder voor
gebruik de bescherming
van laservensters.
Vermijd directe
blootstelling
aan reiniging
met hoge drukmiddelen.
Mogelijke
Fabriekswaarden
afstellingen
Het apparaat zendt onzichtbare (IR) en zichtbare laserstraling uit die
geactiveerd kan worden tijdens het installatieproces om de positie
van het detectieveld precies af te stellen.
Kijk niet direct in de zichtbare rode stralen.
De zichtbare laserstralen zijn tijdens normaal gebruik inactief.
Test of de installatie goed
functioneert voordat u het
terrein verlaat.
Zorg dat er geen
bewegende objecten
en lichtbronnen in het
detectieveld aanwezig
zijn.
Gebruik geen
agressieve
producten om
het voorscherm te
reinigen.
Let op!
Vermijd de
aanwezigheid
van rook en mist in
in het detectieveld.
Reinig het laservenster
indien nodig met een
zacht, schoon en vochtig
microvezeldoekje
Opmerking
Vermijd
condensatie.
-10°C
Zorg dat de sensor
voortdurend onder
stroom staat
in omgevingen waar
de temperatuur kan
dalen onder -10° C.
3