5.3.1.3 Dagstand
Modus → Dagstand
–
De modus Dagstand regelt het CV-circuit op de inge-
stelde gewenste temperatuur Dag zonder met tijdsven-
sters rekening te houden.
5.3.1.4 Nachtstand
Modus → Laagstand
–
De modus Laagstand regelt het verwarmingscircuit op de
ingestelde gewenste temperatuur Laagstand, zonder met
tijdsvensters rekening te houden.
5.3.1.5 Systeem Uit
Modus → Systeem Uit
–
De verwarmingsfunctie is uitgeschakeld. De vorstbe-
schermingsfunctie is geactiveerd.
5.3.2
Modi voor de warmwaterbereiding
De modus voor de warmwaterbereiding komt altijd overeen
met de modus van het CV-circuit. U kunt geen afwijkende
modus instellen.
24
5.3.2.1 Automatisch bedrijf
De autostand regelt de warmwaterbereiding volgens de inge-
stelde gewenste temperatuur voor warmwatercircuit en de
ingestelde tijdvensters. In de functie tijdprogramma's hebt u
de instelling voor de tijdvensters voor de warmwaterbereiding
gekozen. Als u geen tijdsvensters ingesteld hebt, dan houdt
de thermostaat bij de warmwaterbereiding rekening met de in
de fabrieksinstelling vastgelegde tijdsvensters.
Binnen de tijdsvensters is de warmwaterbereiding ingescha-
keld en behoudt deze de ingestelde temperatuur van het
warm water in de boiler. Buiten de tijdsvensters is de warm-
waterbereiding uitgeschakeld.
5.3.2.2 Zomermodus
Zomermodus regelt de warmwaterbereiding volgens de inge-
stelde gewenste temperatuur voor warmwatercircuit en de
ingestelde tijdvensters. In de functie tijdprogramma's hebt u
de instelling voor de tijdvensters voor de warmwaterbereiding
gekozen. Als u geen tijdsvensters ingesteld hebt, dan houdt
de thermostaat bij de warmwaterbereiding rekening met de in
de fabrieksinstelling vastgelegde tijdsvensters.
Binnen de tijdsvensters is de warmwaterbereiding ingescha-
keld en behoudt deze de ingestelde temperatuur van het
warm water in de boiler. Buiten de tijdsvensters is de warm-
waterbereiding uitgeschakeld.
Gebruiksaanwijzing 0020135480_01