Advertenties
Probleem
Er worden geen documenten in het
geheugen opgeslagen.
Er verschijnen blanco gebieden
onderaan elke pagina of op andere
pagina's, met een kleine streep tekst
aan de bovenkant.
De printer verzendt of ontvangt
geen faxen.
Er treedt vaak een fout op tijdens de
verzending of ontvangst van een fax.
De printer ontvangt faxen, maar
drukt niet af.
Problemen met scannen
Probleem
De scanner werkt niet.
Oplossing
Er is mogelijk niet voldoende geheugen om het document op te
slaan. Als MFP-geheugen vol wordt weergegeven op het
touch-paneel, verwijdert u alle documenten die u niet meer nodig
hebt uit het geheugen. Vervolgens herstelt u het document of
wacht u totdat de huidige taak, zoals het verzenden of ontvangen
van een fax, is afgewerkt.
U hebt mogelijk verkeerde papierinstellingen in de instelling voor de
gebruikersopties gekozen. Zie "Afdrukmediarichtlijnen".
Controleer of de landencode correct is ingesteld.
Druk op de knop
Beheerinstellingen
Faxlijninstellingen
Controleer of het kiestype Toon of Puls is.
Controleer of de kabels goed zijn aangesloten.
Als het telefoonsnoer op de printer is aangesloten via een apparaat
zoals een antwoordapparaat en een computer, verwijdert u het
apparaat en sluit u het telefoonsnoer rechtstreeks op de printer aan.
Controleer of "Junk-fax"-inst. is ingesteld op Uit.
Verlaag de modemsnelheid.
Druk op de knop
Beheerinstellingen
Standaardinstellingen verzending
Controleer het tonerpeil.
Controleer of er papier in de papierlade is geplaatst.
Controleer of Ontvangen fax doorsturen is ingesteld op Uit.
Zorg ervoor dat de printer in de stand Veilige ontvangst staat. Indien
deze modus is uitgeschakeld, moet u het juiste wachtwoord
invoeren of deze modus inschakelen om de faxen uit het geheugen
af te drukken.
Oplossing
Controleer of u het document dat moet worden gescand, met de
beeldzijde omlaag op de glasplaat legt of met de beeldzijde
omhoog in de DADF.
Er is mogelijk niet voldoende geheugen om het document dat u wilt
scannen, op te nemen. Verlaag de scanresolutie en probeer dan
nogmaals te scannen.
Controleer of de USB- of Ethernetkabel goed is aangesloten.
Controleer of de USB- of Ethernetkabel niet defect zijn. Verwissel
de kabel met een kabel waarvan bekend is dat deze goed werkt.
Vervang de kabel zo nodig.
Als u het netwerkstuurprogramma TWAIN of Windows
Acquisition (WIA) gebruikt, controleert u of de Ethernetkabel goed is
aangesloten en of het IP-adres van de printer goed is ingesteld. Zie
"Verifiëren van de IP-instellingen".
Controleer of de scanner correct is geconfigureerd. Controleer het
programma dat u wilt gebruiken, om te controleren of de
scannertaak naar de juiste poort wordt verzonden.
(Informatie) en tik op het tabblad Extra
Fax Settings
Land.
(Informatie) en tik op het tabblad Extra
Fax Settings
Problemen oplossen
Modemsnelheid.
®
Image
413
|
Advertenties
