❚
Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxoverzichten >
Faxrondzending
Stelt in of een verzendresultaat moet worden afgedrukt na een faxverzending naar
meerdere bestemmingen.
Altijd afdrukken
Bij fout afdrukken
Afdrukken uitschakelen
❚
Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxoverzichten >
Faxprotocol
Stelt in of het protocolmonitorrapport moet worden afgedrukt, zodat u de reden voor
een communicatieprobleem eenvoudiger kunt identificeren.
Altijd afdrukken
Bij fout afdrukken
Afdrukken uitschakelen
❚
Beheerinstellingen >
Systeeminstellingen
Gebruik Systeeminstellingen voor het configureren van de
energiebesparingsmodus, waarschuwingstonen, time-out periode, schermtaal en de
instellingen voor het automatisch afdrukken van de takenlog.
❚
Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >
Algemeen
Configureert de algemene instellingen voor de printer.
❚
Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >
Timer Energiespaarstand
Specificeert de tijd voor het overgaan naar de energiebesparingsstand.
Slaap
Diepe slaap
Timer voor uitschakelen
OPMERKING:
• De printer schakelt 11 minuten na het voltooien van een taak (dit is de standaardinstelling) over
naar de stand Diepe slaap.
Wanneer u voor de Slaap 1 minuut aangeeft, schakelt de energiebesparingsmodus de
printer 1 minuut nadat de taak is afgewerkt, over naar de energiespaarstand. Zo wordt
veel energie bespaard, maar het opwarmen van de printer zal iets langer duren. Voer 1
minuut in als de printer een elektrisch circuit deelt met de kantoor- of kamerverlichting
en u merkt dat de lichten flikkeren.
106
|
Begrip van de systeemmenu's
Drukt een verzendingsrapport af na elke faxverzending.
Drukt alleen een verzendingsrapport af indien een fout optreedt.
Drukt geen verzendingsrapport af na een faxverzending naar
meerdere bestemmingen.
Drukt een protocolmonitorrapport af na elke faxverzending.
Drukt alleen een protocolmonitorrapport af indien een fout optreedt.
Drukt geen protocolmonitorrapport af.
Specificeert hoe lang het duurt voordat de printer naar de modus
Sleep overschakelt na het afronden van een taak.
Specificeert hoe lang het duurt voordat de printer naar de modus
Versterkte slaapstand overschakelt na het activeren van de modus
Sleep.
Specificeert of de Timer voor uitschakelen geactiveerd moet worden
en hoe lang het duurt voordat de printer naar de modus Timer voor
uitschakelen overschakelt na het activeren van de modus Versterkte
slaapstand.