3. Breng de inkthendels omhoog.
4. Neem een cartridge uit de verpakking en
schud de cartridge goed. Alleen zo krijgt u het
beste resultaat.
5. Houd de cartridge vast met het pijltje naar
boven en naar de achterkant van de printer
gericht en druk de cartridge in de sleuf.
6. Herhaal stap 4 en 5 voor de overige cartridges.
7. Breng de inkthendels omlaag wanneer u alle
cartridges in hun sleuf hebt gestoken. De
printer begint met het laden van de inkt.
8. Na circa twee minuten verschijnen berichten
over de inkthendel op het LCD-display. Breng
de inkthendels omhoog of omlaag
(afhankelijk van het bericht). Wanneer GEREED
op het LCD-display verschijnt, is het laden
van de inkt voltooid.
c
Let op:
Doe het volgende nooit terwijl het
pauzelampje knippert, anders kan de printer
beschadigd raken.
❏ De printer uitzetten.
❏ De bovenste kap openen.
❏ De achterste kap verwijderen.
❏ De papierhendel ontgrendelen.
❏ De cartridges verwijderen.
❏ De onderhoudscassette verwijderen.
❏ De stekker uit het stopcontact halen.
9. De klep van het (de) inktcompartiment(en)
sluiten.
Opmerking:
Sluit de klep van het (de) inktcompartiment(en)
niet als u een cartridge van 220 ml hebt
geïnstalleerd.
5