6.5.2 Uitzetten
De weegschaal met de toets
6.5.3 Nulaanduiding van de weegschaal
De invloed van de omgeving kan over oorzaken dat ondanks ontlasting van de
weegschaal de nulwaarde niet nauwkeurig wordt afgelezen. Op elk moment is het
mogelijk de weegschaalaanduiding op nul te zetten, hiermee wordt verzekerd dat de
weging met nul begint. Bij belaste weegschaal is het op nul zetten mogelijk uitsluitend
binnen bepaald bereik, typisch voor bepaald type. Geen mogelijkheid om op nul te
zetten betekent dat dit bereik (±0,2% Max) wordt overschreden.
Om de weegschaal op nul zetten op de toets
naast het symbool
6.5.4 Stabilisatieaanduiding
De weegschaal is in een stabiele stand wanneer op de display naast het symbool
een driehoek verschijnt. In onstabiele stand verdwijnt de aanduiding .
6.6 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels
van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal
(enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de plaats van
installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste
ingebruikname, na elke wijziging van locatie als ook bij temperatuurschommelingen
van de omgeving. Om nauwkeurige meetresultaten te verzekeren wordt het aanvullend
aanbevolen om de weegschaal ook cyclisch in de weegmodus te justeren.
• Vereist justeergewicht voorbereiden, zie hoofdstuk 1.
Het gewicht van het justeergewicht is van het weegbereik van de weegschaal
afhankelijk. Zo mogelijk dient het justeren te worden doorgevoerd met een
justeergewicht met een gewicht gelijk aan de maximale last.
• Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor de stabilisatie is de
opwarmingstijd (zie hoofdstuk 1).
CIB-BA-nl-2010
uitzetten.
een driehoek .
drukken. Op de display verschijnt
16