VERZORGING EN ONDERHOUD
(4) Bij onderdrukversies:
onderdruk van -7,5 mbar tot stand brengen op testtoestel en aanhouden
gedurende 60 s.
De drukwijziging mag niet meer bedragen dan 1 mbar in 60 seconden.
Met middendruk
(1) Schakel AutoMaXX uit met rode bedieningsknop (enkel
overdrukademhalingsautomaat).
(2) Sluit middendrukleiding aan op een reduceerklep en open cilinderafsluiter.
(3) Sluit AutoMaXX aan op testtoestel.
Gebruik een aansluitadapter voor overdrukademhalingsautomaat.
(4) Observeer drukwijziging.
De drukwijziging mag niet meer bedragen dan 1 mbar in 60 seconden.
4.7.
Controleren van de sluitdruk (enkel overdrukademhalingsautomaat)
(1) AutoMaXX uitschakelen met rode bedieningsknop en aansluiten op
middendruk
(2) Rechtstreeks op testuitrusting aansluiten of via testadapterleiding.
Sluit alle leidingen van de testuitrusting.
Waarschuwing!
Gebruik een testadapterleiding om beschadiging te vermijden van
testuitrusting die niet beveiligd is tegen overdruk. Sluit de verbinding
tussen AutoMaXX en testuitrusting.
(3) Schakel AutoMaXX in door op de spoelknop te drukken.
(4) Open, indien gebruikt, de testadapterleiding. Laat een volumestroom vloeien
van 5 l/min door de opening van de testuitrusting.
(5) Sluit de opening, waarbij de statische druk minder moet bedragen
dan 3,9 mbar.
4.8.
Controle van de openingsdruk (enkel
onderdrukademhalingsautomaat)
(1) Sluit AutoMaXX aan op de middendruk.
(2) Sluit AutoMaXX aan op de testuitrusting.
(3) Laat een volumestroom vloeien van 10 l/min door de opening van de
testuitrusting.
(4) Sluit de opening.
(5) Verhoog de onderdruk geleidelijk en observeer de openingsdruk.
De openingsdruk mag niet hoger zijn dan -3,5 mbar (onderdruk).
16
AutoMaXX - serie
MSA