Omgevingsthermostaat
Installatiehandleiding
Actuatoren - Pompen
Voor elke thermostaat moeten de actuatoren en/of pompen, die deze moet aansturen, worden
ingesteld en moet de desbetreffende functie (uitsluitend verwarmen, uitsluitend koelen of beiden)
worden aangegeven. De software kent het volgnummer toe. U kunt het toegekende nummer
wijzigen door het op het specifieke veld te kiezen. De beschikbare waarden zijn 1 tot 9.
1. Automatische omschakeling: in 4-pijp systemen met luchtverhitter die zowel kunnen koelen
als verwarmen of in systemen waardin de watercirculatiesystemen voor het verwarmen en
het koelen van elkaar gescheiden zijn, kunt u deze functie activeren om automatisch de
omschakeling tussen verwarmen en koelen te beheren.
Set point
De software kent drie vooraf ingestelde temperatuurniveaus voor het koelen als het verwarmen:
1. Eco: temperatuur die energie bespaart
2. Comfort: temperatuur die voor het welzijn ideaal is
3. Thermische beveiliging (voor koelen) of Antivries (voor verwarmen): temperatuur die
ingesteld kan worden, bijvoorbeeld in het geval dat de installatie niet actief is om overmatig
verbruik te voorkomen, zonder dat de installatie beschadigd kan raken.
U kunt de standaardwaarden aanpassen binnen het bereik van de niveaus Min (3 °C) en Max (40
°C) De software accepteert geen tegenstrijdige waarden (bijv. Antivries kan niet hoger zijn dan
Eco, enz.). De software kent drie vooraf ingestelde temperatuurniveaus voor het koelen als het
verwarmen:
1
2
3
52
1
1
2
3