Locatie en beveiliging
Hier kunt u de instellingen voor de beveiliging van uw toestel
en de SIM-kaart of USIM-kaart, alsmede de GPS-voorziening,
instellen.
•
Draadloze netwerken gebruiken
WLAN- en/of mobiele netwerken te gebruiken om uw locatie
te bepalen.
•
GPS-satellieten gebruiken
sateliet te gebruiken om uw locatie te bepalen. U kunt locaties
tot op straatniveau bekijken.
•
Sensorondersteuning gebruiken
worden gebruikt om de positie van voetgangers te
verbeteren wanneer het GPS-signaal wordt geblokkeerd. De
sensorschattingen kunnen van uw daadwerkelijke locatie
afwijken.
•
Schermvergrend. instellen
Wanneer u de code hebt ingesteld, verandert deze optie in
Schermvergrend. wijzigen.
-
Geen
: de schermvergrendeling uitschakelen.
-
Patroon
: een ontgrendelingspatroon instellen om het
scherm mee te ontgrendelen.
: stel deze optie in om
: stel deze optie in om de GPS-
: instellen dat sensoren
: de ontgrendelcode instellen.
-
Geef PIN-code in
: een PIN-code (numeriek) instellen om het
scherm te ontgrendelen.
-
Wachtwoord
: een wachtwoord (alfanumeriek) instellen om
het scherm te ontgrendelen.
•
SIM-kaartvergrendeling instellen
-
SIM-kaart vergrendelen
in- of uitschakelen. Deze functie zorgt dat het toestel pas kan
worden gebruikt nadat de PIN-code is ingevoerd.
-
SIM pincode wijzigen
: de PIN-code van de SIM-kaart of
USIM-kaart wijzigen.
•
Mobiel opsporen
: de functie Mobiel opsporen in- of
uitschakelen. Deze functie helpt u uw toestel in geval van
verlies of diefstal terug te vinden. ► blz. 28
•
Mobiel opsporen instellen
opsporen inschakelt, kunt u de volgende instellingen
aanpassen.
De instellingsopties kunnen per regio of serviceprovider
verschillen.
:
: de functie voor pinvergrendeling
: wanneer u de functie Mobiel
Instellingen
103