2A
Onderhoud
7
Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud
Het routine- en buitengewone onderhoud mag uitsluitend worden verricht door de onder-
houdsmonteur (mechanicus en elektricien) in overeenstemming met de normen die in het
land van gebruik van toepassing zijn en met naleving van alle normen met betrekking tot instal-
laties en veiligheid op de werkvloer. We herinneren u eraan dat een onderhoudsmonteur een
persoon is die werkzaamheden aan de machine mag verrichten voor het routine- en buitenge-
wone onderhoud en voor reparaties en afstellingen. Deze persoon moet ervaren zijn, een pas-
sende scholing en training hebben genoten en de risico's die aan de handelingen verbonden
zijn kennen.
Alvorens het routine- en buitengewone onderhoud te verrichten moet de machine stilgelegd
zijn (door haar van het elektrische netwerk af te koppelen) en moet de NOODSTOPKNOP
zijn geactiveerd. De schakelaar moet over een sleutel beschikken die de onderhoudsmonteur
moet verwijderen en bij zich houden tot de onderhoudswerkzaamheden zijn afgerond.
Het is absoluut verboden om elke beveiliging van de bewegende onderdelen en de veilig-
heidsinrichtingen van de unit te verwijderen als de machine op het elektriciteitsnet is aangeslo-
ten of werkt. De afstellingen bij beperkte beveiligingen moeten door een enkele bevoegde en
ervaren persoon worden verricht. Wanneer deze persoon de werkzaamheden verricht moet
de toegang voor andere personen tot de machine worden verboden. Als de afstellingen bij
beperkte beveiligingen afgerond zijn, moeten de beveiligingen van de machine zo spoedig
mogelijk weer worden hersteld.
Tijdens het onderhoud moet de ruimte rondom de machine tot op 1,5 meter bij de machine
vandaan vrij worden gehouden van obstakels en schoon en goed verlicht zijn. De passage of
aanwezigheid van onbevoegden in deze ruimte is VERBODEN.
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsschoenen, veiligheidsbril, handschoe-
nen, enz...) die aan de norm voldoen.
Informeer anderen in de buurt van de machine altijd mondeling en duidelijk over de
werkzaamheden of andere ingrepen die u aan de machine zult verrichten en controleer of ze
uw waarschuwing gehoord en begrepen hebben.
31