Veiligheidsinrichtingen
De machine is uitgerust met veiligheidsinrichtingen die de risico's op persoonlijk letsel ver-
mijden en een correcte werking waarborgen. Let altijd goed op de symbolen en veiligheids-
inrichtingen die op de machine aanwezig zijn. De machine mag uitsluitend werken met
geactiveerde veiligheidsinrichtingen en met correct geïnstalleerde en op de daarvoor voor-
ziene plaats aangebrachte vaste of beweegbare afschermingen.
Als tijdens de installatie, het gebruik of het onderhoud de veiligheidsinrichtingen tijdelijk
verwijderd of beperkt worden, mag uitsluitend de gekwalificeerde technicus die deze wijzi-
ging toegebracht heeft de werkzaamheden verrichten. De toegang tot de machine voor
anderen moet daarom verplicht worden verhinderd. Herstel de veiligheidsinrichtingen on-
middellijk aan het einde van de werkzaamheden.
9