Serie S200
Installatie type VSX-2
De VSX-2 wordt mogelijk afzonderlijk van de regelaar
geleverd. Installeer de unit als volgt op de regelaar: plaats
de nieuwe O-ringen (zie stuklijstno, nr. 2 en 3) op de VSX-
2 en schuif de module in het klephuis van de regelaar.
Zet de VSX-2 vast aan het klephuis van de regelaar met
de vier bevestigingschroeven (zie sleutel, nr. 4) Wat betreft
de sensorlijnaansluiting mag de unit in elke gewenste
richting worden geplaatst.
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen druklimieten zijn op de naamplaat van de
regelaar gedrukt. Als de werkelijke inlaatdruk groter is
dan de maximaal toegestane uitlaatwerkdruk, moet er
overdrukbeveiliging
Overdrukbeveiliging moet ook aangebracht worden als
de regelaarinlaatdruk groter is dan de veilige werkdruk
voor apparatuur stroomafwaarts.
Zelfs als de regelaar onder de maximale druklimiet
gebruikt word, kunnen externe bronnen schade
veroorzaken en kunnen er losse stukken in de lijn
terechtkomen. De regelaar moet op schade gecontroleerd
worden na elke overdruksituatie.
Opstarten
De regelaar wordt in de fabriek afgesteld op een punt
ongeveer midden van het veerbereik of de gewenste druk,
dus wellicht moet u de regelaar de eerste keer zelf
bijstellen om de gewenste resultaten te bereiken. Na
voltooiing van de installatie en nadat de ontlastkleppen
correct afgesteld zijn, opent u langzaam de afsluiters
stroomopwaarts en stroomafwaarts.
Opstarten type VSX-2
De VSX-2 wordt in de afgesloten stand geleverd en moet
worden gereset.
Als de VSX-2 uitsluitend een
overdrukafsluiting is, kan deze worden gereset vóór het
starten van de regelaar. Als de VSX-2 een over- en
onderdrukafsluiting is, moet de regelaar worden gestart
en het systeem stroomafwaarts onder druk worden gezet
voordat de VSX-2 gereset kan worden.
Afstelling
U kunt de uitlaatdruk veranderen door het afnemen van
de afsluitkap of de borgmoer los te maken en de
instelschroef rechtsom te draaien om de uitlaatdruk te
verhogen, of linksom om de druk te verlagen. Controleer
tijdens het afstellen de uitlaatdruk met een manometer.
Breng de afsluitkap weer aan of zet de borgmoer vast om
de gewenste afstelling te handhaven.
4
aangebracht
worden.
3
CAPACITEIT, m
/h(n) VAN 0,6 RELATIEVE DICHTHEID VAN AARDGAS
0
26.8
53.6
80.4
50
40
30
1/2-INCH (12,7 MM)
ZITTINGRING
20
1-INCH (25,4 MM)
ZITTINGRING
10
0
0
1000
2000
3000
CAPACITEIT, SCFH VAN 0,6 RELATIEVE DICHTHEID VAN AARDGAS
Figuur 1: Minimale inlaatdruk die vereist is om afsluiting te
voorkomen voor alle maten van S204, S204H, S206 en S206H-
regelaars bij aangegeven stromingshoeveelheid..
Type VSX-2: Afsluiting afstellen
Opmerking
Bij
de
VSX-2
wordt
geleverd.Gebruik dit gereedschap uitsluitend voor
afstelling van de eenheid. Voor het maken van
afstellingen: de overdrukuitschakelveer zit onder de
buitenste stelschroef; de onderdrukuitschakelveer
zit onder de binnenste stelschroef.
De overdrukuitschakelveer afstellen:
1. Stel de overdrukuitschakelinstelling in op de maximale
compressie.
2. Stel de onderdrukveer, indien aanwezig, in op de
minimale compressie.
3. Zet de unit onder tegendruk met de gewenste
afsluitdruk.
4. Verklein de compressie van de overdrukafsluitveer tot
de VSX-2 zich sluit.
De onderdrukuitschakelveer afstellen:
1. Stel de onderdrukuitschakelveer in op de minimale
compressie.
2. Zet de unit met de gewenste afsluitdruk onder
tegendruk.
3. Vergroot de compressie van de onderdrukafsluitveer
tot de VSX-2 zich sluit.
Buiten bedrijf stellen (Uitschakelen)
Ter voorkoming van persoonlijk letsel als gevolg
van plotseling vrijkomende druk, moet u de
regelaar voor demontage van alle druk isoleren.
107
134
160
188
214
3.0
5/8-INCH (15,9 MM)
ZITTINGRING
2.0
1.0
1-3/16-INCH (30,2 MM)
ZITTINGRING
0
4000
5000
6000
7000
8000
afstelgereedschap