Als u de belichting wilt wijzigen en wilt fotograferen wanneer de foto te donker
lijkt (P51)
Als u de kleuren wilt wijzigen en wilt fotograferen wanneer de foto te rood lijkt
(P72)
Richt het AF-gebied op het onderwerp en druk de ontspanknop vervolgens half in.
C Scherpstelindicatie
D AF-gebied (normaal)
E AF-gebied (wanneer u de digitale zoom gebruikt of het donker is)
F Scherpstelbereik (bij het gebruik van de zoomfunctie)
G Diafragmawaarde
H Sluitertijd
I ISO-gevoeligheid
Als de juiste belichting niet kan worden bereikt, wordt deze in rood weergegeven. (Dit is
echter niet het geval als de flitser wordt gebruikt.)
Wanneer het onderwerp niet scherp is (zoals wanneer het zich niet in het
midden van de compositie bevindt van de foto die u wilt maken)
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp en druk de ontspanknop vervolgens half in
om de scherpstelling en belichting vast te zetten.
2 Houd de ontspanknop half ingedrukt terwijl u de camera beweegt om de compositie
te maken.
• U kunt de handelingen in stap 1
enkele keren herhalen voordat u
de ontspanknop volledig indrukt.
We raden u aan de
gezichtsdetectiefunctie te
gebruiken wanneer u foto's maakt
van mensen. (P74)
Scherpstellen
Scherpstelling
Scherpstelindicatie Aan
AF-gebied
Geluid
Basisbediening
Als het onderwerp
is scherpgesteld
Wit"Groen
Piept 2 keer
- -
Als het
onderwerp niet is
scherpgesteld
Knippert
Wit"Rood
Piept 4 keer