Printer onderhouden
Een mobiel apparaat verbinden met de printer
Controleer voordat u uw mobiele apparaat verbindt of Wi-Fi Direct is geconfigureerd. Zie
configureren' op pagina 81
Verbinden met behulp van Wi‑Fi Direct
1
Ga vanaf het mobiele apparaat naar het instellingenmenu.
2
Schakel Wi-Fi in en raak vervolgens Wi-Fi Direct aan.
3
Selecteer de Wi-Fi Direct-naam van de printer.
4
De instellingen op het bedieningspaneel van de printer weergeven.
Verbinding maken via Wi-Fi
1
Ga vanaf het mobiele apparaat naar het instellingenmenu.
2
Klik op Wi-Fi en selecteer de naam van de Wi-Fi Direct-printer.
Opmerking: De tekenreeks DIRECT-xy (waarbij x en y twee willekeurige tekens zijn) wordt toegevoegd
vóór de Wi-Fi Direct-naam.
3
Voer het wachtwoord voor Wi-Fi Direct in.
De printer aansluiten op een computer
Voordat u uw computer verbindt, moet u het volgende doen:
•
Inschakelen Wi-Fi Direct op de printer. Blader op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Wi‑Fi Direct inschakelen > Aan
•
Noteer de naam van Wi-Fi Direct. Blader op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Naam van Wi-Fi Direct
•
Noteer het wachtwoord van Wi-Fi Direct. Blader op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Wachtwoord van Wi-Fi Direct
Opmerking: U kunt ook de naam en het wachtwoord voor Wi-Fi Direct configureren.
Voor printermodellen zonder aanraakscherm drukt u op
Voor Windows-gebruikers
1
Open Printers en scanners en klik vervolgens op Een printer of scanner toevoegen.
2
Klik op Wi-Fi Direct-printers weergeven en selecteer de naam van de Wi-Fi Direct-printer.
3
Op het beeldscherm van de printer ziet u de achtcijferige pincode van de printer.
4
Voer de pincode in op de computer.
Opmerking: Als het printerstuurprogramma nog niet is geïnstalleerd, downloadt Windows het juiste
stuurprogramma.
voor meer informatie.
om door de instellingen te navigeren.
82
'Wi‑Fi Direct