Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoogtemeterinstellingen; Instellingen Voor Positieformaat; De Maateenheden Wijzigen; Tijdinstellingen - Garmin Oregon 700 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Scherm: Hiermee selecteert u het type koersweergave van het
kompas.
Noordreferentie: Hiermee stelt u de noordreferentie van het
kompas in.
Ga naar lijn/wijzer: Hier kunt u de peilingwijzer gebruiken die
de richting van uw bestemming aanwijst, of de koerswijzer
gebruiken die de relatie weergeeft tussen uw
bewegingsrichting en de koerslijn naar uw bestemming.
Kompas: Selecteer Auto om over te schakelen van een
elektronisch kompas naar een GPS-kompas als u zich
gedurende een bepaalde periode met grotere snelheid
verplaatst.
Kalibreer kompas: Hiermee kunt het kompas kalibreren als uw
kompas onregelmatigheden vertoont, bijvoorbeeld nadat u
lange afstanden hebt afgelegd of na extreme
temperatuurschommelingen
pagina
8).

Hoogtemeterinstellingen

Selecteer in het app-overzicht Stel in > Hoogtemeter.
Autom kalibratie: Voert automatisch een kalibratie van de
hoogtemeter uit telkens wanneer een activiteit wordt gestart.
Het toestel blijft automatisch de hoogtemeter kalibreren
zolang het toestel GPS-signalen ontvangt en automatisch
kalibreren continu is ingeschakeld.
Barometermodus: Variabele hoogte meet de hoogteverschillen
terwijl u onderweg bent. Vaste hoogte gaat ervan uit dat het
toestel stilstaat op een vaste hoogte, zodat de barometerdruk
alleen verandert door de weersomstandigheden.
Type plot: Hiermee kunt u hoogteverschillen vastleggen
gedurende een bepaalde tijd of over een bepaalde afstand,
of barometerdruk en luchtdrukverschillen over een bepaalde
tijdsduur.
Kalibreer hoogtemeter: Hiermee kunt de barometrische
hoogtemeter kalibreren als de juiste hoogte of barometerdruk
u bekend is
(De barometrische hoogtemeter kalibreren,
pagina
8).

Instellingen voor positieformaat

OPMERKING: Wijzig de positieweergave of het
coördinatensysteem op basis van kaartdatum alleen als u een
kaart gebruikt die een andere positieweergave voorschrijft.
Selecteer in het app-overzicht Stel in > Positieweergave.
Positieweergave: Hiermee selecteert u de positieweergave
waarmee een locatie wordt aangeduid.
Kaartdatum: Hiermee stelt u het coördinatensysteem van de
kaart in.
Kaartsferoïde: Hiermee geeft u het coördinaatsysteem weer dat
door het toestel wordt gebruikt. Het
standaardcoördinaatsysteem is WGS 84.

De maateenheden wijzigen

U kunt de eenheden voor afstand en snelheid, hoogte, diepte,
temperatuur, luchtdruk en verticale snelheid aanpassen.
1
Selecteer in het app-overzicht Stel in > Eenheden.
2
Selecteer een type maatsysteem.
3
Selecteer een maateenheid.

Tijdinstellingen

Selecteer in het app-overzicht Stel in > Tijd.
Tijdweergave: Hiermee stelt u de 12- of 24-uursklok in.
Tijdzone: Hiermee stelt u de tijdzone voor het toestel in.
Automatisch stelt de tijdzone automatisch in op basis van uw
GPS-positie.
Het toestel aanpassen
(Het kompas kalibreren,

Geocaching-instellingen

Selecteer in het app-overzicht Stel in > Geocaching.
Geocaching Live: Hiermee kunt u instellen of het toestel live
geocachegegevens weergeeft of verbergt.
Geocache-stijl: Hiermee kunt u het toestel de lijst met
geocaches laten weergeven op naam of code.
chirp™ zoeken: Het toestel zoekt naar een geocache die een
chirp accessoire bevat
(Zoeken naar chirp inschakelen,
pagina
7).
Progr. chirp!22: Hiermee wordt het chirp accessoire
geprogrammeerd. Raadpleeg de chirp gebruikershandleiding
op www.garmin.com.
Filter instellen: Hiermee kunt u aangepaste filters maken en
opslaan voor geocaches
opslaan, pagina
6).
Gevonden geocaches: Hier kunt u het aantal gevonden
geocaches wijzigen. Dit aantal wordt automatisch verhoogd
als u een gevonden geocache logt
pagina
6).

ANT+ sensorinstellingen

Zie
Optionele fitnessaccessoires, pagina 12
informatie over optionele fitnessaccessoires.

Fitnessinstellingen

Selecteer in het app-overzicht Stel in > Fitness.
Auto Lap: Hiermee stelt u in dat de ronde automatisch na een
specifieke afstand wordt gemarkeerd.
Activiteittype: Hiermee kunt u de fitnessactiviteit instellen op
hiken, hardlopen, fietsen en meer. Op deze manier wordt een
activiteit ook weergegeven als het juiste type wanneer u deze
overzet naar Garmin Connect.
Gebruiker: Hiermee stelt u de gegevens in uw gebruikersprofiel
in
(Uw fitness-gebruikersprofiel instellen, pagina
HS-zones: Hiermee kunt u de vijf hartslagzones instellen voor
fitnessactiviteiten.

Uw fitness-gebruikersprofiel instellen

Het toestel maakt gebruik van de gegevens die u over uzelf
opgeeft om nauwkeurige gegevens te berekenen. U kunt
diverse gegevens van het gebruikersprofiel aanpassen, zoals
geslacht, leeftijd, gewicht, lengte en u kunt instellen of u een
ervaren sporter bent
(Over ervaren sporters, pagina
1
Selecteer in het app-overzicht Stel in > Fitness >
Gebruiker.
2
Pas de instellingen aan.
Over ervaren sporters
Een ervaren sporter is een persoon die een groot aantal jaren
intensief heeft getraind (met uitzondering van lichte blessures)
en die een hartslag in rust van 60 slagen per minuut of minder
heeft.

Ronden op afstand markeren

Met de Auto Lap
functie kunt u de ronde automatisch markeren
®
op basis van een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende delen van een activiteit wilt
vergelijken.
1
Selecteer in het app-overzicht Stel in > Fitness > Auto Lap.
2
Voer een waarde in en selecteer

Maritieme instellingen wijzigen

Selecteer in het app-overzicht Stel in > Maritiem.
Waterkaartmodus: Hiermee stelt u het type kaart in waarmee
het toestel maritieme gegevens weergeeft. Nautisch geeft
verschillende kaartelementen in verschillende kleuren weer
(Een aangepast geocachefilter
(De poging loggen,
voor meer
15).
15).
.
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave