Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Toestel Aanpassen; De Knoppen Aanpassen; De Helderheid Van De Schermverlichting Aanpassen; Gevoeligheid Van Aanraakscherm Instellen - Garmin Oregon 700 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Het toestel aanpassen

De knoppen aanpassen

U kunt voor bepaalde knoppen op het toestel snelkoppelingen
instellen voor snelle toegang tot menu's, instellingen, apps en
andere toestelfuncties.
1
Selecteer in het app-overzicht Stel in > Systeem >
Configureer knoppen.
2
Selecteer Aan-uitknop of Gebruikersknop.
3
Selecteer Een keer tikken, Dubbeltik of Houd vast.
4
Selecteer een optie.
De helderheid van de schermverlichting
aanpassen
U kunt de helderheid van de schermverlichting aanpassen om
de levensduur van de batterijen te verlengen.
1
Veeg vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden.
2
Selecteer
of
.

Gevoeligheid van aanraakscherm instellen

U kunt de gevoeligheid van het aanraakscherm aanpassen aan
uw activiteit.
1
Selecteer in het app-overzicht Stel in > Toegankelijkheid >
Aanraakgevoeligheid.
2
Selecteer een optie.
TIP: U kunt de instellingen van het aanraakscherm testen
met en zonder handschoenen afhankelijk van uw activiteit.

Het scherm draaien

U kunt het toestel draaien om het scherm in horizontale
(liggende) of verticale (staande) modus weer te geven.

Scherminstellingen

Selecteer in het app-overzicht Stel in > Scherm.
Time-out van scherm: Hiermee kunt u de tijdsduur instellen
voordat de schermverlichting wordt uitgeschakeld.
Oriëntatievergrendel.: Hiermee kunt u de oriëntatie van het
scherm vastzetten in de stand staand of liggend, of de
oriëntatie van het scherm automatisch laten aanpassen aan
de oriëntatie van het toestel.
Schermafbeelding: Hiermee kunt u de afbeelding op het
scherm van het toestel opslaan.
Batterijbesparing: De gebruiksduur van de batterij wordt
verlengd door het scherm uit te schakelen wanneer de time-
out van de schermverlichting is verstreken
Batterijbesparing inschakelen, pagina

De kaarten configureren

Hiermee kunt u de op het toestel geladen kaarten in- of
uitschakelen.
Selecteer in het app-overzicht Stel in > Kaart > Configureer
kaarten.
Het toestel aanpassen

Kaartinstellingen

Selecteer in het app-overzicht Stel in > Kaart.
Oriëntatie: Hiermee stelt u in hoe de kaart wordt weergegeven
Dashboard: Selecteert een dashboard voor weergave op de
Navigatieaanwijzingen: Hiermee stelt u in wanneer
Tekensnelheid: Hiermee kunt u de snelheid aanpassen

Geavanceerde kaartinstellingen

Selecteer in het app-overzicht Stel in > Kaart > Geavanc.
instellingen.
Detail: Hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden
Arcering: Geeft reliëfdetails weer op de kaart (indien
Voertuig: Hiermee kunt u het positiepictogram wijzigen,
Zoomknoppen: Hiermee wordt de autozoom en de locatie van
Zoomniveaus: Hiermee wordt het zoomniveau ingesteld voor
Tekstgrootte: Hiermee wordt de tekstgrootte voor kaartitems

Aangepaste gegevensvelden en dashboards

Gegevensvelden bevatten informatie over uw locatie of andere
specifieke informatie. Dashboards zijn groepen gegevens die
handig kunnen zijn voor zowel specifieke als algemene taken,
zoals geocaching.

Gegevensvelden op de kaart inschakelen

1
2

De gegevensvelden aanpassen

Voordat u de gegevensvelden op de kaart kunt wijzigen, moeten
ze worden ingeschakeld
inschakelen, pagina
U kunt de gegevensvelden en dashboards van de kaart, het
kompas, de tripcomputer, het hoogteprofiel en de statuspagina's
aanpassen.
1
2
(De modus
1).

Dashboards aanpassen

1
2
op de pagina. Selecteer Noord boven om het noorden boven
aan de pagina weer te geven. Selecteer Koers boven om uw
huidige reisrichting boven aan de pagina weer te geven.
Selecteer Automodus om een perspectief vanuit de auto met
de rijrichting naar de bovenkant van het scherm weer te
geven.
kaart. Elk dashboard bevat andere informatie over de route of
de locatie.
navigatieaanwijzingen op de kaart worden weergegeven.
waarmee de kaart wordt getekend. Als kaarten sneller
worden getekend, neemt de gebruiksduur van de batterij af.
weergegeven. Door het weergeven van meer details is het
mogelijk dat de kaart langzamer opnieuw wordt getekend.
beschikbaar) of schakelt arcering uit.
waarmee uw positie op de kaart wordt aangegeven. Het
standaardpictogram is een klein blauw driekhoekje.
de knoppen in staande en liggende modus ingesteld.
weergave van items op de kaart. Kaartitems worden niet
weergegeven wanneer het zoomniveau van de kaart hoger is
dan het geselecteerde niveau.
ingesteld.
Veeg op de kaart omhoog vanaf de onderkant van het
scherm en selecteer
> Stel kaart in > Dashboard.
Selecteer een gegevensveld.
(Gegevensvelden op de kaart
13).
Selecteer een gegevensveld op een pagina waarop
gegevensvelden worden weergegeven.
Selecteer een gegevensveld en een gegevensveldcategorie.
Selecteer bijvoorbeeld Reisgegevens > Snelh: bewogen
gem..
Selecteer een pagina.
Selecteer een optie:
• Selecteer
> Stel kaart in > Dashboard op de kaart.
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave