Het apparaat
16 — Volume-/zoomtoetsen
17 — Opnametoets
18 — Flitser
19 — Hoofdcamera
20 — Stereoluidsprekers
21 — Micro USB-aansluiting
22 — Geheugenkaartsleuf
23 — Oogje van polsband
24 — Microfoon
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en
magneetvelden.
Zoomgebied
Uw apparaat heeft een zoomgebied onder het scherm. Veeg
in het zoomgebied naar links of naar rechts om in of uit te
zoomen.
De zoomfunctie werkt in de toepassingen Kaarten, Browser,
Foto's en Camera.
14
Startscherm
Wanneer u het apparaat hebt ingeschakeld en het is
aangemeld bij een netwerk, ziet u het startscherm en is het
apparaat klaar voor gebruik.
Als u een lijst met de meest recent gebelde nummers wilt
openen, drukt u op de beltoets.
Houd 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen.
Als u spraakopdrachten of spraakgestuurd bellen wilt
gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.
Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets
en selecteert u een profiel.
Als u een verbinding met internet wilt maken, houdt u 0
ingedrukt.
Als u het startscherm wilt aanpassen, selecteert u
Instellingen > Instellingen en Algemeen >
Persoonlijk > Standby-modus, en kiest u een van de
volgende opties:
● Standby-thema — Een startschermthema selecteren.
● Snelkoppelingen — Snelkoppelingen toevoegen aan
toepassingen of gebeurtenissen, of snelkoppelingen
toekennen aan de bladertoets, afhankelijk van het
gekozen startschermthema.
Veelgebruikte menupaden
Selecteer
> Organiser > Omrekenen als u de functie
Omrekenen wilt gebruiken.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
>