Aan de slag
2. Plaats de kaart
in de sleuf met
de
contactpunten
naar beneden
gericht (2).
3. Druk de kaart
licht aan totdat
hij op zijn
plaats klikt.
Sluit het klepje
(3).
Een geheugenkaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de
kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het
apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de
kaart worden aangetast.
1. Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer
Geheugenkaart verwdrn > Ja.
2. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.
3. Druk licht op de geheugenkaart om hem te ontgrendelen.
4. Trek de kaart eruit en druk op OK.
5. Sluit het klepje.
10
De batterij opladen
De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat
aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader
aan op het
apparaat.
3. Wanneer het
apparaat
aangeeft dat
de batterij
volledig is
opgeladen,
koppelt u de
lader los van
het apparaat en haalt u vervolgens de stekker uit het
stopcontact.
U kunt de batterij ook opladen met een USB-gegevenskabel
die is aangesloten op een compatibele computer.
1. Sluit de USB-gegevenskabel aan op een USB-poort van een
computer en op uw apparaat.
2. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, koppelt u de
USB-gegevenskabel los.
De efficiëntie van opladen via USB varieert aanzienlijk. In
sommige gevallen duurt het heel lang voordat het opladen
begint en het apparaat weer werkt. U hoeft de batterij niet
een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens
het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is,
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.